De planner

Ben jij een planner? Grote agenda en helemaal volgeschreven tot aan volgend jaar? Ik hou er wel van: weten waar je aan toe bent. Dat je weet dat alles past en goed komt. Maar is dat eigenlijk wel zo handig, en wat als er iets tussen komt?

Sommige mensen hebben het heel erg. Die hebben agenda’s tot aan 2015. Alles netjes gepland en uitgedacht. Heerlijk: lekker duidelijk. Maar, als er dan spontaan iets tussen komt. Bijvoorbeeld oma die langs komt, of vrienden die zin hebben om een terrasje te pakken, dan wordt het opeens heel lastig. ‘Ik heb toch mijn afspraken…’, en het brengt de hele planning van diegene in de war.

Ben jij een planner? Misschien niet zo als hierboven, met overvolle agenda’s. Maar school, en je werk, en je baantje en hoe je het later wilt doen. Hoeveel kinderen je wilt of wat voor man of vrouw. Denk je daar wel eens over na? Of over de vakantie, van volgend jaar misschien al wel!  Nadenken over de toekomst. Of uh, wat je gaat doen deze week: met vriendinnen shoppen, werken, school, vakantie, en dan moet je ook nog dingen doe voor je ouders. Plannen maken, drukte. Dat past wel bij ons.

En dat is ook helemaal niet verkeerd. Plannen maken voor de toekomst is verstandig. Hoe ga je de dingen doen. Deze week, maar ook verder weg. Waar wil je naar toe? Om ergens te komen, bijvoorbeeld verpleegster of leraar of noem maar op, moet je wel op tijd beginnen. Je moet de juiste vakken kiezen op school, een opleiding en noem maar op. Of je agenda van vandaag: de klusjes die je moet doen, werk, vrienden. Het moet wel passen. Dan is het helemaal niet gek om dat toch even goed te plannen, dan weet je dat je overal tijd genoeg voor hebt.

Maar er is ook een mindere kant aan plannen. Je kan namelijk te veel plannen, en afhankelijk van je plannetjes en agenda worden. In de Bijbel wordt daar ook wat over gezegd: “Dan iets voor u die zegt: ‘Vandaag of morgen gaan wij naar die en die stad. Daar blijven wij een jaar, we zullen er handel drijven en geld verdienen.’ Je weet niet eens hoe je leven er morgen uitziet! Je zou moeten zeggen: ‘Als de Heer het wil, zijn we dan in leven en zullen we dit of dat doen.’” Jakobus is heel duidelijk. Als je vol trots en zekerheid gaat zeggen: dan en dan ga ik dat doen, dan zegt Jakobus: ho even, wie weet hoe het loopt. Misschien ben je ziek, of is er een andere belangrijke afspraak. Misschien ga je verhuizen naar Timboektoe of ga je trouwen. Wie weet wat het leven brengt. Hiermee bedoelt Jakobus niet dat je helemaal niet meer mag plannen, maar dat je dat moet doen in afhankelijkheid van God. ‘Als de Heer het wil’, dus dat betekent dat je je plannen maakt en in de handen van God legt. God wil de baas worden van je agenda. Je kan je plannen maken, en je afspraken, maar leg je agenda daarna maar voor God neer. Niet jij bent de baas over je tijd, maar God.

En als je zo je planning van vandaag, van dit jaar en van je hele leven in Gods handen legt, dan wordt je een stuk gelukkiger. Je hoeft je namelijk een stuk minder zorgen te maken over hoe het alles zal lopen. Je mag je zorgen loslaten en weten dat alles in Gods handen ligt. En je wordt ook spontaner: doordat je minder zorgen hebt, zie je ook in dat soms iets best even tussendoor kan. Toch nog even een uurtje ontspannen voor dat zware proefwerk. Of toch nog even… Niet vasthouden aan je planning, maar in de handen van God. Dat doet de echte planner!

Enjoy!

Cappuccino, croissantje, Center Parcs. Lekker ontspannen en genieten. Even ergens zitten, iets lekkers erbij, iets te drinken en een stel vrienden. Even lekker lezen, TV kijken of achter de computer. Enjoy, genieten. Maar kunnen we dat nog wel, met al die drukte om ons heen. Hebben we nog wel tijd om echt te genieten, en is dat belangrijk?

Het is heel erg belangrijk om te genieten van de dingen die je krijgt. Zelf merk ik dat nu heel sterk. Vlak voor m’n examens, verslagen moeten nog af, spreekbeurten en documentatiemappen. Genoeg te doen. Maar ook buiten school: werk en vrienden bijvoorbeeld. Je vliegt van het een naar het ander. En als ik dan heel eerlijk ben, vergeet ik wel eens hoe bijzonder het is dat we dit zo allemaal kunnen doen. Ja, ik vergeet wel eens te genieten van wat ik heb.

Genieten omschrijven we als blij zijn over iets, ervan bewust zijn van wat je hebt en daar blij mee zijn. In het Bijbelboek Prediker wordt over het genieten ook nagedacht. Prediker, de schrijver, is een filosoof, iemand die nadenkt over het leven. Hij vroeg zich af wat nu de zin is, van al dat werken. En in dat boek trekt hij de volgende conclusie: “lucht en leegte, alles is leegte” (Pred. 1:2). Hij vraagt zicht af: “Welk voordeel hebben wij van al dat zwoegen, al dat werken?” Zelf was hij een rijk man. Prediker liet paleizen bouwen, kocht dure auto’s. Ja hij kocht alles wat hij wilde, breidde zijn fortuin uit, en aan het eind van de dag ging hij eens rustig zitten. Hij ging nog eens kijken, naar alles wat hij had gedaan, en hij zei: “Maar toen nam ik alles wat ik ondernomen had nog eens in ogenschouw, alles wat mijn moeizaam gezwoeg me opgeleverd had, en ik zag in dat het allemaal maar lucht en najagen van de wind was.” (Pred. 2:11)

Prediker heeft het er in zijn boek steeds over, dat je opzoek bent naar meer. Meer vrienden, meer auto’s, meer geld. Zelf was hij ook steeds opzoek naar meer. Hij liet maar paleizen bouwen, werkte maar door om zoveel mogelijk te verdienen, genoot van vele vrouwen en had stapels goud en zilver. Daar werkt hij voor. Maar genieten? Nee, werken juist, om nog meer te krijgen.

Maar Prediker wil wel dat je geniet. God wil dat je geniet. God geeft je dit alles niet om daarna maar weer te gaan streven naar meer. Nee, Hij wil dat je even er bij stil staat wat je hebt, geniet van al het goede dat je hebt gekregen. Prediker zegt: “Het bestaan is leeg en vluchtig en je zwoegt en zwoegt onder de zon, dus geniet elke dag. Het is het loon dat God je heeft gegeven.” (Pred. 9:9b) God geeft ons heel veel. Geniet daar juist nu van, streef niet steeds naar meer.  Geniet nu, morgen is het misschien al wel weer weg, zegt Prediker. Het is bijzonder alles wat we hier hebben.

Dat betekent niet dat we er alleen maar van moeten genieten, en het verder voor onszelf kunnen houden. Want zegt Prediker: “Onthoud bij alles wat je doet dat God je aan zijn oordeel onderwerpt.”(Pred. 11:9c) Naast dat we van alles mogen genieten, zit er ook een opdracht bij. Ons geluk, de rijkdom waarin we leven, moeten we ook delen. Daarom heeft het genieten ook twee kanten. Genieten voor jezelf, maar ook het fijn vinden als je dat genieten van jou mag doorgeven aan anderen.

Want wat hebben wij allemaal wel niet. Eten, drinken, we kunnen naar school, we kunnen lezen en computeren. Wist je dat 72 miljoen kinderen niet naar school kunnen? Dat 1 miljard mensen iedere dag honger lijden? En dat 1,6 miljard mensen geen elektriciteit thuis hebben?

Wat dat betreft hebben wij nog veel om te genieten door te geven aan de ander.

Het kruis

Logo’s, je kent ze vast wel. AH, Windows, Starbucks of Coca-Cola. Ze hebben allemaal een teken waaraan je ze makkelijk herkent. Er is zelfs een logospel! Wie kan de meeste logo’s herkennen? Niet alleen merken hebben logo’s maar ook geloven. Bijvoorbeeld de islam, een halve maan met ster, hindoeïsme, met een paar krabbels in een andere taal, of boeddhisme, een wat dikke man die zit. Zo ben je herkenbaar! Ook christenen hebben zo’n symbool. Vroeger was dat bijna altijd een ichtusvisje, nu is het vaak een kruis. In bijna alle kerken staat wel ergens een groot kruis, mensen lopen rond met een kruisje om de nek, in de oren of als tattoo. Wat is dat kruis nou precies, waar komt het vandaan en wat betekend dit ‘logo’ eigenlijk?

Het kruis, ja dat is waar eigenlijk de hele Bijbel omheen draait. Het is het centrale punt. Als je het vraagt aan iemand die gelooft wat het kruis is, dan zal die vast iets zeggen als: dat is waar Jezus aan gehangen heeft en zo onze zonden heeft weggedragen. Jezus heeft redding gebracht door te sterven aan het kruis. Je ziet dus direct hier: er zit een dubbele betekenis in. Er is redding, maar waarvan? Tja, van zonde. Dus het kruis is wel iets dubbels. Aan de ene kant herinnert het ons aan de zonde, en aan de andere kant aan onze redding!

Want dat kruis, dat is wat jij en ik eigenlijk verdiend hebben. Wij hadden daar moeten hangen in plaats van Jezus! Kijk maar eens in de krant of naar het journaal. Allemaal ellende. En hoe ga jij eigenlijk om met je klasgenoten, je ouders of andere mensen? Ben je altijd zo lief en leuk en gezellig? En God? Geef je Hem de tijd die Hij verdient? Bidden en bijbellezen. Ik niet in elk geval. Wij verdienen straf te krijgen, en de straf voor het niet luisteren naar God is de dood. Het kruis herinnert ons daar dus eerst aan. Jij en ik, wij verdienen te sterven. Een pijnlijke dood, weg van God. Hel. Het kruis, dat is onze veroordeling.

Maar, daar blijft het gelukkig niet bij! Want we lezen in de Bijbel dat Iemand voor ons aan dat kruis is gestorven. Jezus, de Redder van de wereld. Iemand die geen zonde had, die niks fout heeft gedaan. Die heeft de zonde van de wereld op zich genomen, en Zijn bloed heeft gevloeid voor jou en voor mij. Het bloed van een onschuldige. Net als bij de offers in het oude testament. Ieder jaar werd er een lam geslacht. Zo’n lief en schattig lammetje die niks fout had gedaan. De priester slachtte het, nam het bloed en sprenkelde dat uit over heel het volk. Daarmee was het weer goed tussen Israël en God. De zonde die de mensen hadden gedaan, die waren weggehaald door dat bloed. Dus eerst bloed, en dan pas vergeving. Een onschuldig lam moest sterven, zodat het volk Israël mocht blijven leven. Zo is Jezus ook als een lam gestorven voor jou en voor mij. Niet alleen voor Israël, maar voor iedereen die in Hem gelooft. Nooit hoeft er meer bloed te vloeien. Het is net alsof je gewassen wordt nadat je een flink potje gevoetbald hebt. Je zit helemaal onder zand en modder, maar na het douchen ben je weer schoon. Zo reinigt Jezus ook jou en mijn hart van alle vuil, van de zonde. Dus het kruis is niet alleen veroordeling, maar ook verlossing. Verlossing van de dood.

Het kruis herinnert ons dus aan twee dingen: onze zonde en onze redding! Paulus zegt over het kruis ook nog: “Maar ik – ik wil me op niets anders laten voorstaan dan het kruis van Jezus Christus, onze Heer, waardoor de wereld voor mij is gekruisigd en ik voor de wereld.” (Galaten 6:14) Hij laat zich erop voorstaan, hij is trots op dat kruis. Sommige mensen vragen zich wel eens af: kan je wel een kruisje om je nek dragen, of een tattoo of iets anders. Persoonlijk denk ik: ja. Als je weet dat het voor deze twee dingen staat: zonde en redding. Dan mag je je erop laten voorstaan. Dat betekent: kijk, Jezus is voor mij gestorven. Ik ben trots op het kruis, trots en blij met wat Jezus heeft gedaan. Het kruis, dat heeft 2000 jaar geleden mij gered. Dus een van de logo’s van een iemand die gelooft in Jezus mag zijn: het kruis. Niks om je voor te schamen, maar juist iets om je op voor te laten staan!

Kijk nou nog eens goed naar dat kruis! Inderdaad: het is leeg! Jezus is niet aan het kruis gebleven, Hij is namelijk ook weer opgestaan! Hij leeft! Jezus is naar de hemel gegaan en bidt voor ons Bij God. Hij bidt God om voor ons te zorgen en Hij bidt voor onze vergeving. Dus ook daar herinnert het kruis ons aan: dat we een levende Redder hebben die voor ons zorgt. Hij is niet aan het kruis gebleven, maar is weer opgestaan! Een leeg kruis, een levende Heer die voor ons pleit bij God de Vader.

Het kruis herinnert jou en mij aan drie dingen: onze zonde, onze redding en aan de Levende Jezus, onze Redder die voor ons pleit. Een schitterend symbool! Nouja, symbool? Het AH logo heeft iemand bedacht, maar bestaat niet echt. Maar het kruis, dat heeft er 2000 jaar geleden echt gestaan. Daar heeft echt Iemand aan gehangen. Niet bedacht, maar echt gebeurt. Voor jou en voor mij, zodat wij bij God mogen komen. Denk daar aan als je een kruis ziet: Jezus, Redder van de wereld, ook voor jou!

PS: mocht je persoonlijk willen reageren, dat kan! Doe dat via het contactformulier op de homepage.