Categoriearchief: Meditatie

Tijd voor… Jezus?

Voorbereidingen voor de gourmet, inplannen van alle familiebezoekjes, het langsgaan bij de kerstvoorstelling van je kinderen of de borrel op het werk. En natuurlijk thuis je huis verlichten met wat mooie lampjes. Bij ons in de straat staan van die schitterende hoge verlichte bomen. Licht!

Als kerkgangers kunnen we er ook wat van. Drukte met de kerstconcerten, kinderkerstfeest, kerstnacht en kerstmorgen en vlak daarna weer Oud en Nieuw. En toch bekruipt mij elk jaar weer het gevoel: we missen iets. We missen Iemand. We missen de kern…. Kerst draait vaak zo om ónze blijdschap: mijn vreugde, mijn heiland, mijn Jezus. En daar zit je als kerk samen gezellig. En daar zit jij heerlijk bij je familie. En daar ga je gezellig naar je vrienden. Maar is dát de boodschap van kerst? Heb een warme en fijne tijd en kom maar gezellig samen.

Nou, ik denk het niet. Johannes schrijft: het licht schijnt in de duisternis. Das Jezus. Die midden in een hopeloze situatie hoop komt brengen. Hoop: omdat de weg naar de Vader open is voor mensen die in duisternis leven. Hoop: dat deze wereld eens volledig opgeslokt wordt door het Licht. Hoop: dat deze Jezus bij je is, om je te leiden op je weg elke dag. En die hoop, dat licht, mag ons bewegen….

Laat voor mij maar zitten: al die kerstactiviteiten als concerten en gezelligheid en… Ik kan ze niet verantwoorden als ik eens voor mijn Schepper moet verschijnen. Wat heb je gedaan met mijn boodschap – zal Hij denk ik vragen, ben ik bang voor. Nou, Vader, ik heb er van genoten hoor, en er van gezongen en samen zo’n fijne tijd, was zo’n fijne tijd Vader. Maar heb je er ook van getuigt? Das wat Johannes doet: hiervan kwam ik te getuigen.

Getuigen door een licht te zijn voor de mensen om je heen. Dat zouden we eens serieus mogen nemen. Als we werkelijk oog in oog staan met de Heerlijkheid en Volheid en Liefde en Genade die Jezus Christus ons bracht en brengt, komen we dan zelf ook niet in beweging. Steunen van de plaatselijke voedselbank, je opgeven bij St. Present, je buren uitnodigen voor het kerstdiner? Een kerstkaart bij je straat door de bus gooien? Werkelijk iets betekenen voor de ander en zó het Evangelie verspreiden, en ook zelf beleven. Want een mooie preek en mooie liederen: das fijn. Maar zou ik niet veel meer van de bevrijdende boodschap van Jezus begrijpen als ik ga doen wat Hij van me vraagt? Delen brengt verdieping – én meer vreugde.

Hebben we nog tijd voor Jezus? Tijd voor zijn missie: jullie zijn het licht van de wereld. Laten we niet bij de boom ons zitten verkneukelen of ons licht opsluiten in een gebouw, maar laten we de straat opgaan, samen op pad, want de Redder is geboren. Voor jou, voor mij, voor ons allemaal!

Open hemel

Wat doe je als alles op je afkomt? Wat doe je als je volledig wordt omsingeld? Waar focus je je op als niks meer lijkt te lukken.

Stefanus is een belovende man in de jonge gemeente in Jeruzalem. Het is Pasen en Pinksteren geweest. Jezus is opgestaan, en Jezus leeft in zijn gemeente. Duizenden mensen komen tot geloof. Geweldig! Stefanus is door de leiding aangesteld en spreekt open en vrij over zijn geloof. Hij helpt mensen de weg met Jezus te zoeken. Geweldig.

Tot hij voor de hoge raad, het Sanhedrin, moet verschijnen. Joodse theologen die heel die Jezus maar niks vinden. Dat Christendom moet snel uitgeroeid worden. En dus pakken ze Stefanus. Net als bij de rechtszaak bij Jezus, nu opnieuw valse getuigen bij dezelfde hogepriester Kajafas.

Zo komen we aan het einde van hoofdstuk zeven van het boek Handelingen. Na een verdedigingb van Stefanus wordt duidelijk dat die hoge raad van hem af wil. Alles is tegen hem. Niemand die hem kan helpen. En dan?

Veel mensen die gaan sterven kijken achterom. Bij misschien met de mooie dingen, verdrietig over wat had gekund maar nooit is geworden. Stefanus doet wat anders: hij kijkt omhoog! Lees maar eens in Handelingen 7 vanaf vers 54.

Hij ziet daar een open hemel, en Jezus die klaar staat om hem thuis te halen. Dat houdt Stefanus op de been. Eén pleit voor mij, dat ziet hij.

Dat geldt ook voor jou en mij. Wat te doen bij onheil, problemen, tranen, stress of de dood? Omhoog kijken. Daar zie je Jezus: aan de rechterhand van God. Hij staat: om het voor je op te nemen, je aan te moedigen en je thuis welkom te heten. Vergeet je dat niet? Je leeft onder een open hemel!

Waterproof

“Ik heb echt mijn huiswerk gemaakt hoor mam!” zeg jij. “Ow, bewijs dat maar eens dan” zegt ze terug. Jij dus snel naar boven om je gemaakte werk te halen (of niet natuurlijk). Bewijzen, dat doen we eigenlijk de hele dag door. Op school bijvoorbeeld, met wiskunde. “Deze hoek moet 35 graden zijn want de andere hoeken zijn 145.” Of uh, een bewijs dat je de Efteling in mag, het toegangskaartje (heel belangrijk natuurlijk). Hele dag door zijn we bezig met bewijzen. Maar God. Kan jij die ook bewijzen?

Voordat je iets kan aannemen, moet je het eerst laten zien. Of jij je huiswerk hebt gemaakt, dat kan je laten zien door je moeder in je schrift te laten kijken. Als je de Efteling in wil, moet je je toegangskaartje laten zien. Natuurkunde, of wiskunde: dat kan je allemaal laten zien met je rekenmachine. Maar God, tja. Wat nou als iemand jou vraagt of jij God kan bewijzen. Misschien heeft iemand dat al wel eens aan je gevraagd. Wat heb jij toen geantwoord? Ik kan het niet. God kan ik niet narekenen op mijn rekenmachine. Ook kan ik je Hem niet laten zien als je naar boven kijkt ofzo. We kunnen ook niet even naar Hem toe gaan. Das wel lastig!

Maar wat nou als iemand aan mij vraagt: bewijs jij God nou eens even Bram. He, jij gelooft in God, en al die dingen, maar laat maar eens zien, is Hij er ook echt? Je hebt een hele hoop mensen die zeggen dat als je maar goed kijkt naar de natuur, dan vind je daar vanzelf God wel. De natuur bewijst het bestaan van God. Als je een mooi eiland ziet, of al die mooie dieren, dat kan toch nooit toeval zijn! Of als je kijkt naar alle andere godsdiensten. Bijvoorbeeld de islam of het hindoeïsme of noem er maar een, dan is het geloof in Jezus wel heel anders! Jezus is gestorven voor de mensen, allah niet. Andere mensen die wijzen er wel op dat al die profetieën die je in de Bijbel vindt, dat die ook allemaal zijn uitgekomen. Profetieën over Jezus bijvoorbeeld: die zijn 4000 jaar geleden soms uitgesproken, en die zijn allemaal in Jezus uitgekomen. Dat kan vast geen vervalsing zijn. Maar bewijzen we daarmee God?

Al die dingen die hierboven staan zijn best heel waar! Het christelijk geloof is ook heel bijzonder, en de wereld zit ook heel mooi in elkaar en daarin zie ik ook de hand van God. En het is ook zo dat al die profetieën zo gebeurt zijn. Maar dat kan je ook allemaal weer anders uitleggen. Hiermee bewijs ik jou God niet. Ik kan je het niet laten zien als 1+1=2. En ik geloof ook niet door al deze dingen. Mijn geloof hangt niet af van al die bewijzen. Ze laten alleen zien dat het geloof zo gek nog niet is. Ook al kan je God niet bewijzen, er is wel iets voor te zeggen dat Hij bestaat. Er zijn aanwijzingen! Dat lees je ook in Romeinen 1:20 “Zijn onzichtbare eigenschappen zijn vanaf de schepping van de wereld zichtbaar in zijn werken, zijn eeuwige kracht en goddelijkheid zijn voor het verstand waarneembaar.” God is te zien in de wereld. In hoe mooi een regenboog kan zijn, hoe sterk een mier is, hoe bijzonder jouw hart in elkaar zit, hoe groot het heelal is, en hoe het komt iedere driehoek precies 180 graden telt, en ook: hoe bijzonder het is dat Jezus aan een kruis heeft gehangen. Maar God, die heb je daarmee niet bewezen.

Maar wat nou als God zichzelf eens bewijst? En niet door formuletjes of andere moeilijke dingen. Maar door Zijn daden. Kijk maar eens naar het verhaal van Noach. Niemand geloofde nog in God. Iedereen leefde zonder Hem. Dus God dacht: Ik stop ermee. Ik vaag ze weg! Maar toch, er was nog 1 man die wel luisterde naar God: Noach. Die kreeg de opdracht om een grote boot te bouwen, waarmee hij zichzelf, zijn familie en een hele hoop dieren kon redden. En toen Noach bezig was met die boot, zullen er vast mensen zijn geweest die zeiden: “Dus jij gelooft in God? Ha, bewijs Hem dan maar! Laat maar zien dat God er is!”. Tja, wat kon Noach doen? Hij had het zelf van God gehoord, maar dat geloofden de mensen niet. Noach kon God niet bewijzen. En op een dag begon het te regenen. En steeds meer, tot de hoogste berg kwam het water te staan! God bewees zichzelf. En dat deed Hij door Zijn daden! God liet zien dat Hij echt bestond aan al die mensen die tegen Noach zeiden: “Dat gaat die God van jou vast niet doen, als hij al bestaat! Laat maar eens zien dat het zo is!” God bewees dat Zijn liefde echt is! Want God redde Noach. God bewees zichzelf waterproof!

En zo doet God dat nu nog. Aan jou en mij bewijst God ook nog steeds dat Hij er is. En dat doet Hij door Zijn daden. Door er voor je te zijn als je het moeilijk hebt, door je kracht te geven om soms door te gaan. Of juist als je blij bent, en dingen lukken. Dat je ziet dat God erbij was. Ik merk het zelf ook: ik heb lieve ouders, ik doe een studie die ik leuk vind en heb een leuke vriendin. God bewijst zich aan mij, door er voor mij te zijn. Net zoals God er was voor Noach. Daarmee kan ik God niet bewijzen aan andere mensen. Maar God bewijst zich aan mij. En dat bewijs, dat is waterproof.

big_DenArk

 

 

 

 

 

De wet

Regeltjes, regeltjes, regeltjes. Overal heb je te maken met regels: op school bijvoorbeeld en thuis. Je moet op tijd komen in de les, eerst je groentes opeten en daarna pas het vlees. Hele irritante regels soms. Ik neem graag een glas drinken mee naar boven, en als ik dan opnieuw drinken ga halen, dan vergeet ik die wel eens mee te nemen. Dan loop ik naar de koelkast, haal er een pak drinken uit, en dan hoor ik opeens: “Eerst je glas uit je kamer halen!” Of de eerste die beneden komt moet de vaatwasser uitruimen of iedere maandag je kamer moeten schoonmaken.

In de Bijbel kan je ook een hele hoop regeltjes vinden. Bijvoorbeeld de wet. Misschien wordt die bij jou ook wel iedere zondag gelezen. Je moet God eren, en geen beeld van Hem maken. Je mag niet de naam van God zomaar gebruiken. Ook mag je niet moorden, stelen, scheiden of jaloers zijn. Allemaal regeltjes. Sommige mensen denken wel eens dat het geloof alleen maar moeten en mogen is. Je moet van alles en je mag niks. Het is de wet, de wet die God ons gegeven heeft, die je moet houden. Maar als je goed kijkt naar die wet, dan is dat toch wat anders.

De wet, dat is hoe God wil dat Israël voor Hem en met elkaar zouden leven. Niet een stel regeltjes. Het is een handboek, een handleiding voor hoe je goed moet leven. Dat is namelijk wat God wil: het goede voor ons. Dat lezen we in Jesaja 48: “Dit zegt de HEER, je bevrijder, de Heilige van Israël: Ik ben de HEER, jullie God, die jullie onderricht in je eigen belang, die jullie leidt op de weg die je gaat. Luisterde je maar naar mijn geboden, dan zou jouw vrede zijn als een rivier, en je gerechtigheid als de golven van de zee.” Waarom onderricht God ons, waarom geeft Hij ons regels? Omdat Hij ons graag naar beneden wil drukken? Omdat Hij vindt dat we niks mogen en van alles moeten? Nee, omdat we door zijn regels pas echt gelukkig worden! Die regels zijn goed! Gods wet is niet van: ow hard werken en alles maar zo goed mogelijk maar doen. Nee: het is echt gelukkig worden, het goede leven leven! Hoe zou de wereld eruit zien als we allemaal die wet zouden houden? Als er niet gemoord zou worden, niemand jaloers was en iedereen God zou eren? Als het paradijs! Dan zou het een perfecte wereld zijn. Maar helaas, dat kunnen we niet. We hebben God nodig.

Wanneer gaf God zijn wet nou eigenlijk? Dat kan je lezen in Exodus 19. Israël was weggevlucht uit Egypte. Mozes had ze door de Rode Zee geleid, doordat God die had gespleten. En daarna kwamen ze terecht in de woestijn. God zei tegen Mozes dat hij de berg op moest komen, en daar zou God met Mozes gaan praten! God was een relatie aangegaan met Israël, Hij zou hen leiden naar het beloofde land. Tenminste: als ze God zouden volgen. Als ze God zouden vertrouwen in alle dingen die zouden gebeuren. En toen het volk dat wilde, zei God dat Mozes maar eens die berg op moest komen. Daar kreeg Mozes de wet. Dat is wel belangrijk om te weten. Want Gods wet werd niet gegeven voordat God met Israël bezig was gegaan, maar daarna. God had Israël al bevrijd! En nu zou Hij hen leiden naar het beloofde land. Die wet staat dus niet op zichzelf, maar altijd in de relatie met God.

Paulus vat die wet wel samen met een woord: we moeten liefde doen. “Pleeg geen overspel, pleeg geen moord, steel niet, zet uw zinnen niet op wat van een ander is’ – deze en alle andere geboden worden samengevat in deze ene uitspraak: ‘Heb uw naaste lief als uzelf.” Liefde tot God en tot de ander, dat is de wet. Geen saaie regels, maar liefde! En die liefde, die kunnen we alleen doen binnen de relatie met God. Want God is zelf liefde, en als jij vertrouwt op God, dat komt Hij in je wonen. Dan komt dus de liefde in je wonen. Dan gaat God je helpen die hele wet te houden. Daarom dus die relatie; je hebt God nodig. Aan Israël werd ook pas de wet gegeven nadat Hij een relatie met hen was aangegaan. Als je die relatie aangaat, dat krijg je niet alleen de wet, maar ook de Geest. Gods Geest! Want wij kunnen het zelf niet. Jij en ik, wij doen zo vaak foute dingen. Uit onszelf kunnen we die wet niet houden. Daarvoor komt de Heilige Geest. En die gaat je veranderen, zodat je steeds meer gaat leven naar Gods bedoeling. Je gaat die liefde, die wet, steeds meer houden en je leven richten op God. Daarmee komt er weer een stukje paradijs op aarde en laat je zien hoe groot die liefde van God is.

De wet, het zijn geen regels. Het is Gods wil, en Gods wil, dat is liefde voor de hele wereld. Jezus vat het zelf samen in Mattheus 22: heb God lief boven alles, en je naaste als jezelf. Eerst God, daarna je klasgenoot, buurman of vriend. Of, zoals Paulus het zegt: “Wees elkaar niets schuldig, behalve liefde, want wie de ander liefheeft, heeft de gehele wet vervuld.”

 

Fear Factor

Misschien ken je het programma wel: Fear Factor. Paar jaar geleden keken wij dat thuis wel eens, misschien ken je het wel. In dit programma moet je drie opdrachten doen. Die opdrachten gaan van het eten van koeienogen, madencocktails, stierenballen, ontsnappen uit een kist die onderwater staat, met 160 km/h een auto onder een vrachtwagen laten doorrijden of 200 meter boven de grond klimmen. Alleen er al naar kijken geeft mij in elk geval al de kriebels. En als je het lukt deze drie opdrachten te doen, en dan ook nog als snelste, win je zo’n 50000,- dollar. Waarom ook niet? Fear Factor: overwin je angst.

Angst is iets menselijks. Iedereen is wel ergens bang voor. Ik moet helemaal niks hebben van slangen, iemand anders is bang in het donker en een ander voor als een toets is nagekeken (vraag is waar dat dan aan ligt…). Maar: er zijn ook nog wel diepere angsten, dan worden we serieus. Angst voor het nieuwe, voor wat iemand over je denkt en een hele zware: angst voor de dood… En zo heb jij dat vast en zeker ook. Als je alleen bent en nadenkt over dingen die gebeurt zijn, of kunnen gebeuren, dat je dan bang wordt voor bepaalde dingen. Probleem met angst is dat het je kan belemmeren, je kan tegenhouden om bepaalde dingen te doen. Dan wordt angst een probleem.

Wees eens eerlijk: is het niet vaak die wat diepere angst die ons tegenhoudt om bepaalde dingen te doen. Juist die dingen die we eigenlijk juist zouden moeten doen? Angst voor wat andere van je denken: stel je eens voor dat andere mensen jou met die zwerver zien? Angst voor niet genoeg geld: ik geef niks, straks heb ik niet genoeg. Best egoïstische angst als je het zo ziet. Misschien zijn we wel bang, omdat we onszelf willen beschermen, en het voor onszelf zo makkelijk mogelijk willen maken. We willen geen problemen. Hem help ik niet, dat kost mij alleen maar tijd, met hem praat ik niet, wat zullen de anderen wel niet denken. Commissielid? Nee, dat past niet in mijn agenda hoor! Liefde? Oei, dat kost tijd en geld! Angst…

Juist deze dingen, anderen helpen en tijd maken voor God en bezig zijn voor Hem, die worden tegengehouden door onze angst, ons egoïsme. Aan de ene kant lezen we het wel in de Bijbel. Een van de onderwerpen waar Jezus het nu veel over heeft is het wel geld. Naastenliefde, denk maar aan de Barmhartige Samaritaan. Of dat Jezus zegt dat het voor een kameel makkelijker is door het oog van een naald heen te gaan, dan een rijke die naar de hemel gaat. En we lezen dat dan, maar wat doen we? Niks, vroom blijven zitten. Bij ons in de kerk in Groningen zijn heel veel vacatures: er worden mensen gezocht voor het geluid, diakenen en ouderlingen. Noem maar op. Terwijl er 2300 mensen in de kerk zitten. Hoe kan dat? Niet alleen in Groningen, waarschijnlijk ook bij jou in de kerk. En zo zijn er nog wel meer dingen op te noemen. Geld is nodig, om ziektes te voorkomen, honger en noem maar op. Maar ondertussen kijken wij gewoon gezellig TV. Bang om wat te doen misschien?

Is er dan wel wat aan te doen? Als het normaal is om bang te zijn? Er is wat aan te doen: we hebben een voorbeeld. Jezus was bang om te sterven, om dood te gaan. Echt bang, zo bang dat Hij zelfs vroeg aan God of het niet anders kon… Maar Hij deed het wel. Hoe overwon Jezus zijn angst? Misschien wel omdat Hij wist waarvoor Hij het deed, jou en mij. Net als de mensen die meedoen aan dat programma Fear Factor. Ze weten dat aan het eind een pot met geld staat. En als jij nou eens weet waarom je iets zou doen, voor God of iemand anders. Niet omdat het moet, maar omdat het de wereld weer ietsje beter maakt? Omdat je God er blij mee maakt? Maakt dat het anders? Jij vindt jezelf een Christen, hoe ziet iemand dat? Misschien wel doordat mensen je bezig zien voor anderen, en zich afvragen hoe dat komt, wie jou die drive geeft. Zondag naar de kerk en maandag weer op de bank? Of je angst overwinnen en je echt ergens voor inzetten. Jezus volgen is je angst overwinnen en uit je comfort-zone stappen. Jezus is radicaal, Zijn discipelen moesten hun vrouw, kinderen achterlaten. Weg uit hun alledaagse leventje. Nu wij nog.

 

Stilte

Ben jij wel eens stil? Misschien wel om eens iemand te kunnen horen, op tv bijvoorbeeld. Of als je vriend een verhaal aan het vertellen is. Maar ben je ook wel eens stil om naar Gods stem te luisteren?

Je hoort vaak over Gods stem als iets heel groot. Bulderend bijvoorbeeld. Misschien ken je deze tekst wel van een nummer: “Er is kracht in Zijn woord, als de wateren bruist Zijn stem” (In de hemel is de Heer). Gods stem buldert. Kijk maar eens in Psalm 29: “De stem van de Heer klinkt over de wateren, de God van de eer dondert”. En even verder lees je zelfs: “De stem van de Heer breekt de ceder!”. Wauw. Wat een stem. Maar: hoor je dan God vooral in het lawaai? In de grote en bijzondere dingen? Alleen maar bij grote concerten of kerkdiensten?.

Niet helemaal. Kijk maar eens in 1 Koningen 19. Elia zit daar op een hoge berg te wachten tot God tot hem spreekt. En dan gebeurt er dit: “Na deze wind kwam er een aardbeving, maar de Heer was ook niet in de aardbeving. Op de aardbeving volgde een vuur, maar de Heer was ook niet in het vuur. En na het vuur kwam het suizen van een zachte stilte.” En in die stilte (zeg maar: een zachte wind) kwam er een stem tot Elia. De stem van God. Niet in het grootte, maar juist in het kleine, in de stilte. Kijk ook bijvoorbeeld naar Jezus. In het evangelie van Lucas lees je dat elke keer voordat Jezus iets belangrijks gaat doen, hij zich eerst afzondert, en met God gaat praten. Je leest het dat Jezus bidt voor Hij gedoopt wordt, voor Hij Zijn discipelen roept, en het bekendste voorbeeld is misschien wel als Jezus bidt in de avond voor zijn sterven. Jezus leert zelfs aan zijn leerlingen om dit ook te doen, lees maar eens in Lucas 11. Voor Jezus was het heel belangrijk Zich regelmatig af te zonderen en contact te hebben met Zijn Vader.

En daar mogen wij wat van leren. Ben jij wel eens stil? Gewoon, om Gods stem te horen? Om te luisteren naar wat Hij te zeggen heeft tegen jou? Jezus deed dat wel. Ons wordt het soms wel heel moeilijk gemaakt om in alle stilte naar God te luisteren. Tv, werk, muziek, herrie van auto’s of werkzaamheden aan de weg, en noem maar op. God vinden in de stilte, lastig… Maar het kan ons wel enorm helpen bij alle vragen die wij hebben. God wil op al onze vragen een antwoord geven. Maar dan moeten wij dat antwoord wel horen! Dan moet je tijd vrijmaken om te luisteren. Net zoals het stil moet zijn als je iemand wilt horen praten op tv, zo moet het ook stil zijn om Gods stem te verstaan. En niet alleen stil in je omgeving, maar ook in je hoofd en in je hart.

Maar stil zijn voor God is niet alleen voor ons goed. Psalm 65 leest: “De lofzang is stilte tot U”. In veel Bijbels lees je dat het woordje ‘in’ er wordt toegevoegd. Maar dat hoeft helemaal niet. In het Hebreeuws staat er eigenlijk: “Tot u is stilte een lofzang”. Dus als je stil bent voor God, dan is het alsof je voor hem zingt. God vindt het kennelijk heerlijk als je stil voor Hem bent. Je brengt er God dus eer mee. Dus stilte is niet alleen iets voor jezelf, om God dieper te leren kennen, maar ook een lofzang tot God.

Probeer het eens komende week. Iedere dag een half uur samen met God. Lees een stukje uit de Bijbel. Bid. Vertel God wat je hebt gedaan, en wat je morgen van plan bent. Vraag om kracht, wijsheid en leiding. Doe het bijvoorbeeld ’s ochtends, voor je naar school of werk gaat. En wees stil. Stil voor God, als een lofzang voor hem. Probeer het, en hopelijk merk je dat dit niet iets is om één week te doen, maar de rest van je leven. Elke dag opnieuw stil zijn, als een lofzang voor God.

Music is everywhere

Overal is muziek. Adele, Amy Winehouse, Ilse de Lange,  Marco Borsato en noem maar op. Maar ook The Voice of Holland, Idols en allerlei andere programma’s. Je kan overal aan cd’tjes komen, iedereen loopt met zo’n ipod over straat. Ik vind het zelf heerlijk af en toe even lekker in de trein naar buiten kijken met een leuk liedje erbij. Met muziek kan je heel veel, het kan je blij maken of juist aan het denken zetten. Misschien maak jij ook wel zelf muziek, of zing je in een bandje. Ik zing zelf ook heel graag, ondanks dat andere mensen het wat minder prettig vinden. Dus meestal doe ik het maar stiekem op de fiets of onder de douche.

 

Maar in de kerk zijn we dat soms niet zo gewend zingen en muziek maken. Het is toch vooral preek en God eren met onze daden en woorden. We moeten goed leven en bidden en luisteren. Maar zingen voor God? Daar hoor je niet zoveel over. Of een dans? God loven en prijzen, soms ontbreekt dat best wel een beetje. Dan zijn we teveel met onszelf bezig, of met alleen woorden. Ik vergeet dat ook vaak. Dan vraag ik God of Hij mij wil helpen en of Hij wil vergeven wat ik verkeerd heb gedaan. Maar dan vergeet ik Hem te bedanken en ook om Hem te eren. Maar ook in de preek. Dan gaat het over Jezus volgen en luisteren naar Gods stem. Maar over God loven hebben we het niet zo vaak. Terwijl als je de Bijbel leest, je dat heel veel vindt. Mozes bijvoorbeeld die zingt nadat God de Rode Zee heeft gesplitst. Het volk Israël vlucht voor de soldaten van Egypte, maar ze komen voor de grote zee te staan en kunnen geen kant op. En dan gebeurt er iets bijzonders: de zee wordt droog, Israël kan er doorheen. Nadat God hen zo gered heeft zingt Mozes dit: ‘Ik wil zingen voor de HEER, zijn macht en majesteit zijn groot! Paarden en ruiters wierp hij in zee.  De HEER is mijn sterkte, hij is mijn beschermer, de HEER kwam mij te hulp. Hij is mijn God, hem wil ik eren, de God van mijn vader, hem loof en prijs ik.’ Mozes wil zingen voor God, want hij wil hem bedanken! God is goed geweest voor Mozes.

Maar niet alleen Mozes zingt voor God om Hem te bedanken. In Psalm 150 lees je daar ook over: “Halleluja! Loof God in zijn heilige woning, loof hem in zijn machtig gewelf, loof hem om zijn krachtige daden, loof hem om zijn oneindige grootheid. Loof hem met hoorngeschal, loof hem met harp en lier, loof hem met dans en tamboerijn, loof hem met snaren en fluit. Loof hem met klinkende bekkens, loof hem met slaande cimbalen. Alles wat adem heeft, loof de HEER. Halleluja!” Loof God met instrumenten, met dans, met zingen en noem maar op! Dus niet alleen stilzitten in de kerk en maar goed luisteren, maar God ook actief eren! En niet alleen zondag, maar de hele week door. Want er staat: loof Hem onder Zijn machtig gewelf, en dat is de hemel, de blauwe lucht. Dus overal, eer God!

Wat is dat eren dan nou alleen? God loven en prijzen? Dat is dat je zingt over hoe goed God is voor jou. Dat je zingt van “God bedankt voor alles wat u geeft!” Dat je zingt over hoe groot God is en dat Hij zoveel van je houdt. En dat je van Hem houdt. Zo eer je God. De atleten die nu zijn geweest naar de Olympische Spelen, die worden ook geëerd. Er wordt dan verteld wat voor mooie prestatie ze hebben gedaan, ze krijgen een lintje, een bloemetje en geklap. Zo eren wij mensen die iets goeds hebben gedaan. God eer je ook om wie Hij is en om wat Hij heeft gedaan. Net zoals Hanna deed. Ze wilde heel graag een kindje ontvangen. Ze smeekte God of die haar een kind wilde geven. En uiteindelijk, na lang wachten, mocht ze een kind krijgen. Toen zong ze dit: ‘Nu juicht mijn hart dankzij de HEER, fier heft mijn hoofd zich op, dankzij de HEER, mijn mond spreekt vrijmoedig tegen mijn vijanden, want dankzij uw hulp beleef ik vreugde. Geen is er heilig als de HEER, er is geen andere god dan u, geen rots is er als onze God.’

En dat moet juist ook in de kerk! Samen God groot maken. Dat is niet alleen goed voor jezelf, zodat je er eens bij stil staat hoe goed God eigenlijk is. Maar het is ook goed voor mensen buiten de kerk. Als die jou zo zien zingen over God, dan horen zij ook hoe goed God is. Dat er mensen zijn die nog in Hem geloven. En dat hoeft niet alleen maar met oude liedjes en Psalmen. Veel mensen vinden de muziek in de kerk saai. Of van vroeger. Maar dat hoeft niet: “en zing met elkaar psalmen, hymnen en liederen die de Geest u ingeeft. Zing en jubel met heel uw hart voor de Heer”. Zing nou samen voor God en maak hem groot! Nieuwe liederen, oude liederen. In de kerk, thuis of waar dan ook. Voor jezelf en voor de ander, maar bovenal om Gods naam groot te maken! Om God te prijzen. Als we dat doen, misschien wordt die laatste zin dan waar van Psalm 150: ‘Alles wat adem heeft, loof de Heer!”

De planner

Ben jij een planner? Grote agenda en helemaal volgeschreven tot aan volgend jaar? Ik hou er wel van: weten waar je aan toe bent. Dat je weet dat alles past en goed komt. Maar is dat eigenlijk wel zo handig, en wat als er iets tussen komt?

Sommige mensen hebben het heel erg. Die hebben agenda’s tot aan 2015. Alles netjes gepland en uitgedacht. Heerlijk: lekker duidelijk. Maar, als er dan spontaan iets tussen komt. Bijvoorbeeld oma die langs komt, of vrienden die zin hebben om een terrasje te pakken, dan wordt het opeens heel lastig. ‘Ik heb toch mijn afspraken…’, en het brengt de hele planning van diegene in de war.

Ben jij een planner? Misschien niet zo als hierboven, met overvolle agenda’s. Maar school, en je werk, en je baantje en hoe je het later wilt doen. Hoeveel kinderen je wilt of wat voor man of vrouw. Denk je daar wel eens over na? Of over de vakantie, van volgend jaar misschien al wel!  Nadenken over de toekomst. Of uh, wat je gaat doen deze week: met vriendinnen shoppen, werken, school, vakantie, en dan moet je ook nog dingen doe voor je ouders. Plannen maken, drukte. Dat past wel bij ons.

En dat is ook helemaal niet verkeerd. Plannen maken voor de toekomst is verstandig. Hoe ga je de dingen doen. Deze week, maar ook verder weg. Waar wil je naar toe? Om ergens te komen, bijvoorbeeld verpleegster of leraar of noem maar op, moet je wel op tijd beginnen. Je moet de juiste vakken kiezen op school, een opleiding en noem maar op. Of je agenda van vandaag: de klusjes die je moet doen, werk, vrienden. Het moet wel passen. Dan is het helemaal niet gek om dat toch even goed te plannen, dan weet je dat je overal tijd genoeg voor hebt.

Maar er is ook een mindere kant aan plannen. Je kan namelijk te veel plannen, en afhankelijk van je plannetjes en agenda worden. In de Bijbel wordt daar ook wat over gezegd: “Dan iets voor u die zegt: ‘Vandaag of morgen gaan wij naar die en die stad. Daar blijven wij een jaar, we zullen er handel drijven en geld verdienen.’ Je weet niet eens hoe je leven er morgen uitziet! Je zou moeten zeggen: ‘Als de Heer het wil, zijn we dan in leven en zullen we dit of dat doen.’” Jakobus is heel duidelijk. Als je vol trots en zekerheid gaat zeggen: dan en dan ga ik dat doen, dan zegt Jakobus: ho even, wie weet hoe het loopt. Misschien ben je ziek, of is er een andere belangrijke afspraak. Misschien ga je verhuizen naar Timboektoe of ga je trouwen. Wie weet wat het leven brengt. Hiermee bedoelt Jakobus niet dat je helemaal niet meer mag plannen, maar dat je dat moet doen in afhankelijkheid van God. ‘Als de Heer het wil’, dus dat betekent dat je je plannen maakt en in de handen van God legt. God wil de baas worden van je agenda. Je kan je plannen maken, en je afspraken, maar leg je agenda daarna maar voor God neer. Niet jij bent de baas over je tijd, maar God.

En als je zo je planning van vandaag, van dit jaar en van je hele leven in Gods handen legt, dan wordt je een stuk gelukkiger. Je hoeft je namelijk een stuk minder zorgen te maken over hoe het alles zal lopen. Je mag je zorgen loslaten en weten dat alles in Gods handen ligt. En je wordt ook spontaner: doordat je minder zorgen hebt, zie je ook in dat soms iets best even tussendoor kan. Toch nog even een uurtje ontspannen voor dat zware proefwerk. Of toch nog even… Niet vasthouden aan je planning, maar in de handen van God. Dat doet de echte planner!

Het kruis

Logo’s, je kent ze vast wel. AH, Windows, Starbucks of Coca-Cola. Ze hebben allemaal een teken waaraan je ze makkelijk herkent. Er is zelfs een logospel! Wie kan de meeste logo’s herkennen? Niet alleen merken hebben logo’s maar ook geloven. Bijvoorbeeld de islam, een halve maan met ster, hindoeïsme, met een paar krabbels in een andere taal, of boeddhisme, een wat dikke man die zit. Zo ben je herkenbaar! Ook christenen hebben zo’n symbool. Vroeger was dat bijna altijd een ichtusvisje, nu is het vaak een kruis. In bijna alle kerken staat wel ergens een groot kruis, mensen lopen rond met een kruisje om de nek, in de oren of als tattoo. Wat is dat kruis nou precies, waar komt het vandaan en wat betekend dit ‘logo’ eigenlijk?

Het kruis, ja dat is waar eigenlijk de hele Bijbel omheen draait. Het is het centrale punt. Als je het vraagt aan iemand die gelooft wat het kruis is, dan zal die vast iets zeggen als: dat is waar Jezus aan gehangen heeft en zo onze zonden heeft weggedragen. Jezus heeft redding gebracht door te sterven aan het kruis. Je ziet dus direct hier: er zit een dubbele betekenis in. Er is redding, maar waarvan? Tja, van zonde. Dus het kruis is wel iets dubbels. Aan de ene kant herinnert het ons aan de zonde, en aan de andere kant aan onze redding!

Want dat kruis, dat is wat jij en ik eigenlijk verdiend hebben. Wij hadden daar moeten hangen in plaats van Jezus! Kijk maar eens in de krant of naar het journaal. Allemaal ellende. En hoe ga jij eigenlijk om met je klasgenoten, je ouders of andere mensen? Ben je altijd zo lief en leuk en gezellig? En God? Geef je Hem de tijd die Hij verdient? Bidden en bijbellezen. Ik niet in elk geval. Wij verdienen straf te krijgen, en de straf voor het niet luisteren naar God is de dood. Het kruis herinnert ons daar dus eerst aan. Jij en ik, wij verdienen te sterven. Een pijnlijke dood, weg van God. Hel. Het kruis, dat is onze veroordeling.

Maar, daar blijft het gelukkig niet bij! Want we lezen in de Bijbel dat Iemand voor ons aan dat kruis is gestorven. Jezus, de Redder van de wereld. Iemand die geen zonde had, die niks fout heeft gedaan. Die heeft de zonde van de wereld op zich genomen, en Zijn bloed heeft gevloeid voor jou en voor mij. Het bloed van een onschuldige. Net als bij de offers in het oude testament. Ieder jaar werd er een lam geslacht. Zo’n lief en schattig lammetje die niks fout had gedaan. De priester slachtte het, nam het bloed en sprenkelde dat uit over heel het volk. Daarmee was het weer goed tussen Israël en God. De zonde die de mensen hadden gedaan, die waren weggehaald door dat bloed. Dus eerst bloed, en dan pas vergeving. Een onschuldig lam moest sterven, zodat het volk Israël mocht blijven leven. Zo is Jezus ook als een lam gestorven voor jou en voor mij. Niet alleen voor Israël, maar voor iedereen die in Hem gelooft. Nooit hoeft er meer bloed te vloeien. Het is net alsof je gewassen wordt nadat je een flink potje gevoetbald hebt. Je zit helemaal onder zand en modder, maar na het douchen ben je weer schoon. Zo reinigt Jezus ook jou en mijn hart van alle vuil, van de zonde. Dus het kruis is niet alleen veroordeling, maar ook verlossing. Verlossing van de dood.

Het kruis herinnert ons dus aan twee dingen: onze zonde en onze redding! Paulus zegt over het kruis ook nog: “Maar ik – ik wil me op niets anders laten voorstaan dan het kruis van Jezus Christus, onze Heer, waardoor de wereld voor mij is gekruisigd en ik voor de wereld.” (Galaten 6:14) Hij laat zich erop voorstaan, hij is trots op dat kruis. Sommige mensen vragen zich wel eens af: kan je wel een kruisje om je nek dragen, of een tattoo of iets anders. Persoonlijk denk ik: ja. Als je weet dat het voor deze twee dingen staat: zonde en redding. Dan mag je je erop laten voorstaan. Dat betekent: kijk, Jezus is voor mij gestorven. Ik ben trots op het kruis, trots en blij met wat Jezus heeft gedaan. Het kruis, dat heeft 2000 jaar geleden mij gered. Dus een van de logo’s van een iemand die gelooft in Jezus mag zijn: het kruis. Niks om je voor te schamen, maar juist iets om je op voor te laten staan!

Kijk nou nog eens goed naar dat kruis! Inderdaad: het is leeg! Jezus is niet aan het kruis gebleven, Hij is namelijk ook weer opgestaan! Hij leeft! Jezus is naar de hemel gegaan en bidt voor ons Bij God. Hij bidt God om voor ons te zorgen en Hij bidt voor onze vergeving. Dus ook daar herinnert het kruis ons aan: dat we een levende Redder hebben die voor ons zorgt. Hij is niet aan het kruis gebleven, maar is weer opgestaan! Een leeg kruis, een levende Heer die voor ons pleit bij God de Vader.

Het kruis herinnert jou en mij aan drie dingen: onze zonde, onze redding en aan de Levende Jezus, onze Redder die voor ons pleit. Een schitterend symbool! Nouja, symbool? Het AH logo heeft iemand bedacht, maar bestaat niet echt. Maar het kruis, dat heeft er 2000 jaar geleden echt gestaan. Daar heeft echt Iemand aan gehangen. Niet bedacht, maar echt gebeurt. Voor jou en voor mij, zodat wij bij God mogen komen. Denk daar aan als je een kruis ziet: Jezus, Redder van de wereld, ook voor jou!

PS: mocht je persoonlijk willen reageren, dat kan! Doe dat via het contactformulier op de homepage.