Categoriearchief: blog

Sprookjeshuwelijk

Trouwen doe je:

  • 0 niet voor je 40 bent, toch?
  • 0 als je minstens 25 jaar bent 
  • 0 euh … als er een baby komt
  • 0 als je echt zeker van elkaar bent 

Dat was een van de beetje ludieke vragen op de catechisatie hier laatst. Elk jaar minimaal een keer een gesprek over God, seks en relaties in alle leeftijdsgroepen. Mijn verhaal is altijd positief: God maakte seks, om van te genieten, Gods eerste gebod is ‘ga heen en vermenigvuldig u’ en Adam’s favoriete seizoen was de herfst want dan vallen de blaadjes.

Maar ergens probeer ik ook altijd weer iets te zeggen over huwelijk, liefde en trouw. Trouwen willen de jongeren vaak wel, valt me op. In ieder geval jongeren die met God en geloof bezig zijn, die voelen wel aan dat liefde meer is dan een wegwerpartikel, seks iets meer is dan waar je ‘zin’ in hebt of niet en voor jou zo een ander. Maar, wordt er vaak gezegd: trouwen is duur.

Ze waren al een tijd samen – ik zie ze zo nog zitten bij me op de bank in de studeerkamer – en kwamen nu op gesprek om te trouwen. Even kennismaken, wat betekent het huwelijk voor je, wat wil je in en rondom de dienst, dat soort dingen. Ze vertelde me ook dat ze al een jaar samenwonen. Nu was daar bij ons in de gemeente alle ruimte – we zijn blij als mensen trouwen, en willen geen extra drempels opwerpen. Maar ik vroeg er wel even naar, wat nu de reden was om samen te wonen. ‘Nou’, zeiden ze, ‘heel simpel, waren we apart blijven wonen dan had het nog een jaar extra geduurd voor we genoeg gespaard hadden.’

Dat valt me op: trouwen wordt uitgesteld. Want het moet een groot feest zijn. Super geweldig. En veel geld kosten. Met een mega party en een dikke trouwauto en op een exclusieve locatie. Dan hebben we een sprookjeshuwelijk. Natuurlijk gun ik je dat van harte he. Maar ik vraag me wel af: waarom zo lang je ‘trouw beloven’ uitstellen? Waarom moet alles eerst perfect in orde zijn voor je het allerdiepste tegen elkaar zegt dat je kan zeggen.

Kijk dat God vóór het huwelijk is heeft ook hiermee te maken dat zijn verlangen is dat we de zaken goed regelen. Zonder huwelijk/partnerovereenkomst/of wat je ook maar aangaat: geen erfenis, geen inspraak bij ernstige ziekte, geen pensioen, geen erkenning van een kleintje. Je bent super onbeschermd, zeker in onze samenleving waarin alles op papier moet staan en notarieel zijn vastgelegd.

En trouwens: je zou God bijna vergeten in dit hele verhaal, maar waar is zijn zegen over je huwelijk, over je weg die je samen gaat, over de trouw die Hij ook aan je samen als stel beloofd. Wat mis je een hoop als je de ‘grote dag’ uitstelt omdat het wel een spetterend feest moet zijn.

En zo op die catechisatieavond spraken we er wat over… Zou het niet wat zijn: dat als je zeker van elkaar bent, je dat vastlegt, een huwelijk ofzo, en Gods zegen daarover vraagt in de kerk, samen knielt, en misschien een feest geeft, of daar nog even voor door spaart later? Ik weet ook van kerken in het verleden die geld leenden voor een huwelijksfeest als geld de drempel was voor een stel. Je hebt niet pas een sprookjeshuwelijk als je trouwdag voldoet aan alle andere instagramaccounts in je omgeving. Maar als je samen met God mag starten – en bij Hem knielt, je samen klein maakt voor Hem zodat Hij groot in jou mag worden… Ik wil je aanmoedigen die stap te zetten. Als jij met je partner weet: met jou wil ik samen oud worden, leg dat vast, vraag Gods zegen, en ga samen je weg!

En misschien dat zo’n klein begin voor jou en je aanstaande geen sprookjeshuwelijk lijkt. Dan mist er veel. Maar waarom wachten – als je het weet? Waarom voldoen aan de verwachtingen van zoveel anderen – als je het allergrootste en mooiste al samen kan ontvangen. Laat de drempel van een huwelijk alsjeblieft een beetje zakken. Deze God biedt je aan: Ik ga met je mee. Ben je klaar dat te ontvangen?

Kerk onder het kruis

Kerk onder het kruis

Heel eerlijk: kerkgeschiedenis was niet mijn favoriete en ook niet mijn beste vak toen ik mijn theologische opleiding deed. Bijbelse Theologie trok mij altijd meer, niet dat het hoger of beter is dan kerkgeschiedenis, maar ik word blijer van een mooie ontdekking in de Bijbel dan het nalezen van een Latijns geschrift uit de Late Middeleeuwen. Ieder z’n ding gelukkig.

Maar één ding weet ik wel en heb ik goed opgeslagen – dat de oude naam voor het kleine kerkverbandje waartoe ik mag behoren was: ‘kerken onder het kruis’ (lees alles gerust eens na bij Prof. Wikipedia: https://w.wiki/9WNW.). Men had die naam gekozen omdat de afscheiding ervoor zorgde dat je vervolgt kon worden vanuit de overheid, dat kerkdiensten tegengehouden werden, dat je dus onder het kruis kwam van vervolging en moeite in het leven. Later is uit deze groep onder andere de huidige CGK gekomen.

Voor de tijd waarin we ons als CGK nu bevinden zou ‘kerk onder het kruis’ wel weer een goede aanduiding zijn. Zeker met het kruis dat we onszelf opleggen. Misschien heb je er wat van gelezen in het ND, het RD, CVandaag, en allerlei andere plekken. Discussies hoe we als CGK verder moeten, daadkrachtmetingen onder de kerken op een convent, en pogingen tot het afsnijden van gemeenten uit ons verband.

Wat zijn we een end weg van wie we waren als CGK. Een groep bevindelijk gelovigen – zoekend en schatgravend in de Bijbel – naar een club waarbij je ‘binnen’ bent als je je houdt aan alle gezamenlijke afspraken, en ‘buiten’ als je je daarin bezwaard voelt. Hoe is het mogelijk dat predikanten die naar dezelfde opleiding zijn geweest, samen hebben gestudeerd, tot een totaal andere exegese komen en daarna zeggen: maar die van jou is onbijbels en buiten de belijdenis. Hoe kan het dat het je niet houden aan een synodaal rapport sinds de afgelopen synodale vergadering opeens tot ‘zonde’ wordt bestempeld en daarmee tuchtwaardig wordt. Als jong predikant heb ik me weinig bemoeit in de classis waartoe ik behoor. Jong en onervaren – en veel te druk met gemeente en je eigen gezinnetje natuurlijk. Wat heb ik er spijt van me weinig te laten horen. Dat het nou zo moet met elkaar. Dat er binnen je kerken verenigingen ontstaan die landelijke standpunten uiteen gaan zetten, die ondanks een embargo toch gaan communiceren over allerlei zaken, wat een verharding. Het doet mij zeer dat ik als Christelijk Gereformeerd predikant – die anders denkt rondom omgang LHBTIQ+ en avondmaal/huwelijk en anders denkt rondom de vragen die er zijn met vrouw/ambt – dat ik niet langer geaccepteerd wordt als broeder in Christus. Ik voel me vervreemd van mijn eigen kerkverband.

CGK – kerken onder het kruis. Nou zeker. We vervolgen onszelf, en hoeven dat niet eens door de mensen buiten ons te laten gebeuren. Blijkbaar is ergens onderweg een geest binnengekomen die uiteenzet, uiteendrijft en de band van de eenheid die de Geest ons geeft vervangen door een band van de eenheid van de handtekening.

Maar wat als we nu weer écht kerk onder het kruis zouden worden? Als het convent en straks de synode niet gaan over optie a, b, c, of d – en wat dat ook maar zou mogen betekenen. Wat als we werkelijk kerk onder het kruis worden? Dat kruis waar Jezus Johannes en Maria aan elkaar verbindt. Dat kruis waar leerlingen met elkaar worden opgescheept: doe het maar samen. Dat kruis waar we samen knielen: in driedelig zwart en modern casual – en daar blijken we allebei te moeten ontvangen dezelfde genade. Dat kruis waar we moeten erkennen dat al ons kennen ten dele is, en we alleen samen de hoogte, breedte, diepte en lengte van de liefde van Christus vinden. In plaats van harde woorden, klare taal en weinig liefde, dat we weer centraal zetten de woorden van Paulus:

‘Al sprak ik de talen van alle mensen en die van de engelen – had ik de liefde niet, ik zou niet meer zijn dan een dreunende gong of een schallende cimbaal.’

We horen veel schelle cimbalen: daarom hopen we dat het convent een plek mag zijn om in elkaar te ontdekken dat we samen onder het kruis Jezus Christus willen dienen. Zo zijn we kerk: onder het kruis.

Welkom aan tafel!

Hij is een jaar of 16. Ik was zomaar met hem in gesprek gekomen. Serieus met geloof bezig, Jezus volgen. ‘Kan ik niet ook het avondmaal meevieren’, zo was zijn vraag… Niet dat ie er nou heel erg naar uit zag zoals dat ging bij hem in de kerk. Een beetje zwaarmoedig. Maar hij had er wat over gelezen, en hij voelde zelf ook oprecht dat ie Jezus wilde volgen.

En ik vroeg hem: ‘wat houdt je tegen?’ En wat bleek: bang voor wat andere mensen zouden vinden. Je hoort toch eerst belijdeniscatechisatie te volgen en dan 18 jaar te zijn of ouder en…. En belijdenis afleggen daar voorin, ja dat leek hem zo groot en dan moet je toch alles snappen en zo ver ben ik nou ook weer niet…

Verwarring rondom belijdenis en avondmaal. En das jammer. Avondmaal is er tot versterking van je geloof. Jezus vult je leven met brood en wijn, zijn lichaam en bloed, zijn aanwezigheid en genade. Das iets heerlijks. Dat helpt je om je geloof vol te houden en te groeien. Waarom onthouden we dat jongeren die graag mee willen vieren?

In de Bijbel lezen we dat mensen die het geloof beleden (Handelingen 2) het avondmaal vierden. Dus mensen die er openlijk voor uit komen. Das de Bijbelse weg. Maar waarom kan dat alleen vanaf 18+ (als ongeschreven regel) en na een belijdenistraject. Kunnen we niet zoeken naar maatwerk? Ik ben er trots op gereformeerd predikant te zijn: ook als het hier om gaat. Als ik het goed begrepen heb liet Calvijn al vanaf 12 jaar jongeren toe, als ze de geloofsbelijdenis en het onze vader konden opzeggen. Luther zelfs al vanaf 8 of 9 jaar… En dan ging het onderwijs daarna door…

Zouden wij daar ook niet ruimte voor kunnen maken? En het onderwijs eens opnieuw kunnen doordenken? In plaats van vanaf groep 7/8 catechisatie toe te werken naar belijdenis met 18+, ergens daartussen ook een moment of momenten creëren? Wat onthouden we onze jongeren op deze manier veel! Om het moment van belijdenis wat meer ‘gewoon’ te maken in plaats van iets hoogverheven en ingewikkelds.

Belijdenis doen is niet het eindtraject van je geloofsreis: maar het begin. Het is openlijk uitkomen dat je bij Jezus wilt horen – en achter Hem aan wilt gaan. Mooi is het als je daar naar toe groeit, en daar mee bezig bent. En als je er klaar voor bent; laten kerken dan open staan voor mensen die hun leven aan Jezus willen toewijden. Telkens opnieuw vroeg in bij belijdeniscatechisatie of de jongeren ‘er al aan toe waren’. Ja ja, lastig, was vaak het antwoord. Tot ik hun de drie belijdenisvragen voorlegde. Daar konden ze toch wel JA op zeggen… Laten we de lat niet te hoog leggen: en het laten gaan om het hart van de zaak, namelijk je hart geven aan Jezus.

Daarom: als jongere van harte welkom aan de maaltijd van de Heer. En laten we dan samen zoeken naar een vorm die bij je past om uit te komen van wat er leeft in je hart. Welkom aan tafel!

Being church – doing life

Soms heb je een boek dat je ogen opent voor hele nieuwe mogelijkheden, een nieuwe horizon die open gaat, woorden die je diep van binnen raken. Precies dat is mijn ervaring met het prachtige boek van Michael Moynagh – Being Church, Doing Life. Met meer dan 120 voorbeelden hoe je als christen midden in de wereld kunt staan, en kerk kan zijn. Kerk voor vandaag, met een boodschap voor vandaag, voor mensen die deze boodschap zo hard nodig hebben.

Kerken gaat achteruit, ledenaantallen dalen, mensen die geïnteresseerd zijn in Christus, Bijbel, God, geloof, het wordt minder. En daar zit je dan in je kerk, met je dienst van een uurtje, en samen zingen en mooi… Maar wat doe je maandag dan weer? Wat betekent geloven nu in de praktijk? En hoe zorgen we dat wat we ontvangen samen als gemeente – dat het impact heeft voor onze omgeving.

Van de eerste gemeente, in Handelingen 2, lees je dat de mensen stonden in de gunst bij het volk. Dat er huis aan huis samen geleefd werd. Dat mensen als discipelen groeiden. En nu zitten we netjes in de kerk, uurtje luisteren en dan?

Michael Moynagh zoekt naar hoe we God kunnen aanbidden, in het midden van ons leven. Hoe je getuige kan zijn in je eigen omgeving. En dat begint bij iets klein. Samen met iemand in je omgeving die je verlangen deelt om het Evangelie uit te delen ga je bidden, zoeken, luisteren, en dan in beweging komen. Op zoek om of iets te betekenen voor een ander, of door ergens te zijn en relaties aan te gaan. Vanuit die eerste stap kan dan een ‘fresh expression of church’ ontstaan. Een plek waar gemeenschap, liefde, samen zijn is. Het gaat niet om grote, nieuwe activiteiten, maar dingen in het gewone leven. Als voorbeeld noemt ie gebedsgroepen op scholen – waar in de pauze tijd is om samen te bidden, een lied te zingen, en met elkaar te spreken. Of een groep christenen die samenkomen in een cafe, en daar gesprekken hebben, waarbij ook anderen kunnen aansluiten. Advocaten die een seminar hebben, waar ook een workshop is rondom spiritualiteit.

Als kerken kunnen we bezig zijn met gebouwen, diensten, af- en aanhakers. Maar om werkelijk van betekenis te zijn in onze omgeving is het de roep van Jezus die ons in beweging mag zetten: jullie zullen mijn getuigen zijn. Das meer dan in de kerk zitten. Das hoe je omgaat met de mensen om je heen. En daar werkelijk iets voor betekenen. De vele voorbeelden in het boek zetten je aan het denken. Wat kan ik doen – in mijn omgeving. Hoe kunnen we als kerk een plek zijn waar ruimte is om te zoeken naar nieuwe vormen. Om overal het goede nieuws van een goede God te laten klinken.

Je merkt het al: Being Church – Doing life – verplichte kost voor elke volgeling van Jezus.

Prioriteit/tijd?

Ik ervaar niet zoveel van God – dat zei ze me in het gesprek. Geloven was lastig voor haar. Ze had het druk, met werk en haar gezin en dan ook nog tijd voor vrienden vrijmaken. Elke week zat ze ‘s ochtends in de kerk, en dat vond ze heerlijk. Maar ergens verlangde ze naar meer, maar hoe dan?

Ik sprak hem – vader van twee – omdat ik de kinderen miste op catechisatie. ‘Ja’, zei hij, ‘ze zijn nu 14 en ze willen niet en je weet hoe dat gaat. ik ben allang blij dat het op school OK gaat en alles dus laat maar dit..’.

Hij – een man met vele gaven en talenten. Ik dacht bij mezelf: als ik hem nou een fulltime dag voor de gemeente kan krijgen, met zijn passie en talenten en gaven en inzicht. En hij wil wel – maar als puntje bij paaltje komt om een dag minder te werken om meer te kunnen doen, ja dan wordt er een stap terug gedaan.

Waar ligt je prioriteit? Je agenda liegt niet – waar jij je tijd aan besteed. En je rekeningoverzicht liegt niet – waar jij je geld aan besteed. We worden door zoveel dingen overspoeld maar weten we nog wel wat echt en werkelijk belangrijk is?

Ik merk onder veel ouders dat ze het lastig vinden hun kids richting club/catechisatie/jeugdwerk te sturen. Want ja die kinderen hebben al zoveel en ze willen ook niet, kan ik ze niet zelf laten kiezen? Ik snap die redenatie nooit zo goed… Tot hun 18de verbieden we kinderen te drinken, slecht voor de hersentjes. Maar keuzes maken inzake je eeuwig heil en behoud: nou dan is 14 een prima leeftijd. Waar ligt je prioriteit als ouders? Natuurlijk helpt pushen niet en dwang niet en noem alles maar. Maar toch zal je ergens hier voor moeten staan, het belang uitleggen. Hoe verwacht je dat er vuur bij hen overspringt en verlangen naar Jezus – als ze nooit met Hem in aanraking hoeven te komen? Als ze weg kunnen blijven bij het onderwijs, bij de aanbidding, bij het samen lezen uit zijn Woord en samen iets betekenen in zijn Koninkrijk?

En als het gaat om je persoonlijk geloof zie ik hetzelfde. Heel veel verlangen proef ik bij mensen. Meer dit en meer dat en meer inzicht of meer betekenen voor de mensen. Maar in beweging komen? Ho maar. Ik wil graag meer van God ervaren? Ja prima: huppakee, aan de slag. Zoek een groep, verbind je aan een goed doel, ga ‘s ochtends eerder uit je nest en bidt.

Laatst las is met de kids hier aan tafel over Martha en Maria. Soms heb ik als dominee dat ik de bekende verhalen niet meer zo goed hoor. Maar deze keer trof het verhaal me als nieuw. Martha maakte tijd voor de verkeerde dingen, Maria voor de juiste zaken. Staat mijn antenne wel goed afgesteld? Ben ik vervuld van verlangen en nieuwsgierigheid – of gaat het allemaal wel z’n gangetje en is het wel OK zo. Maken we prioriteit van onze tijd met Jezus, en de tijd die onze kinderen met Jezus doorbrengen. Of zijn we gefocust op dat alles toch gewoon weer z’n gang gaat.

Gezapigheid. Duivelse gezapigheid. Lauwheid. Misschien dat het beste voornemen voor 2024 is om werkelijk tijd te maken voor dat wat eeuwige waarde heeft?