Het verbond is de manier waarop God met ons omgaat. In de Bijbel komen we daar twee vormen van tegen: het oude verbond en het nieuwe verbond. Wat betekent dat?
‘Hij is bemiddelaar van een beter verbond, dat zijn wettelijke grondslag gekregen heeft in betere beloften’ – Hebr. 8: 6
Dat het verbond heel belangrijk is in de Bijbel merk je gelijk al aan de naam voor de twee delen van de Bijbel; oude testament en nieuwe testament. Dat betekent eigenlijk dit: oude verbond en nieuwe verbond. Deze termen kom je verschillende keren tegen. Jezus spreekt bijvoorbeeld over het nieuwe verbond als Hij avondmaal viert. En de schrijver van de brief aan de Hebreeën spreekt over een oud en nieuw verbond.
Laten we eerst dat oude verbond, oude testament eens bekijken.
Je zult voortaan niet meer Abram heten maar Abraham, want ik maak je de vader van vele volken. 6Ik zal je bijzonder vruchtbaar maken. Er zullen veel volken uit je voortkomen en onder je nazaten zullen koningen zijn. 7 Ik sluit een verbond met jou en met je nakomelingen, met alle komende generaties, een eeuwigdurend verbond: ik zal jouw God zijn en die van je nakomelingen. 8 Heel Kanaän, het land waar je nu als vreemdeling woont, zal ik jou en je nakomelingen voor altijd in bezit geven, en ik zal hun God zijn.’ Genesis 17: 5-8
In dat oude verbond belooft God aan Abraham dat er een volk uit hem voort zou komen. Dat betekent dat er een toekomst voor Hem is. Ook krijgt Abraham een eigen land: een plek om in vrede te wonen. En het belangrijkste: ik zal hun God zijn. God verbind zich aan Abraham. Das de kern: God en mens verbonden.
Wie mochten er bij dit verbond horen? Wie is daar dan welkom? Nou Abraham, en zijn kinderen.
Genesis 17: ‘Jij moet je houden aan dit verbond met mij, evenals je nakomelingen, generatie na generatie. 10 Dit is de verplichting die jullie op je moeten nemen: alle mannen en jongens moeten worden besneden.
Abraham en zijn nakomelingen. Al vanaf de achtste dag kregen zijn kinderen een teken dat God hen erbij rekent. God biedt hen ook zijn beloften aan. Hier: alles voor jou… Das het wonder van Gods verbond: ook de kinderen worden erbij gerekend. Dus niet alleen Abraham en ieder die gelooft… Maar Abraham én zijn gezin. Zij allen mogen zich: besnijden.
Die besnijdenis is het teken van dat contract met God. Als wij trouwen doen we elkaar vaak een ring om, een herinnering, een zichtbaar teken: wij horen bij elkaar. Zo was de besnijdenis een zichtbaar teken van de verbinding met God. Heel eerlijk – dit zijn de momenten dat je blij bent Nieuw-Testamentisch christen te zijn. De besnijdenis is het wegsnijden van de voorhuid bij de mannen. Het was een heel gewoon gebruik in die tijd, nomaden deden dat wel vaker voor de gezondheid en hygiëne. God vraagt dit aan Abraham om te doen. Een teken van het verbond, van de afspraak met God. Waarom? Ik denk om een aantal redenen. Allereerst werd Abraham elke dag, meerdere malen, eraan herinnert dat die afspraak met God er was. Heel zichtbaar. Bij de gewone dingen: bij het omkleden of het naar de WC gaan was het zichtbaar: God en ik zijn samen. Ook maakt God duidelijk: Abraham, om bij mij te mogen horen, moet er wat weg, weggesneden worden uit je leven. Je eigenwijsheid en je hebzucht, want daar had Abraham wel eens last van. De besnijdenis was een teken dat zei: hoor bij God, snij weg uit je leven wat niet goed is, en volg Hem!
Ja, die keuze hoort daar dus wel bij. Je werd besneden, God deed je het aanbod van zijn verbond, en rekende je tot de zijne. Maar: het vraagt ook volgzaamheid, geloof en vertrouwen. De besnijdenis was geen automatisme: de besnijdenis roept om werkelijk geloof.
Later is het verbond met Abraham ook wel het verbond met Israël genoemd – want uit Abraham komt het volk Israël voort. Vooral bij de Sinaï, op weg naar het beloofde land, in Exodus 19 lees je daarover. Het volk Israël heeft God telkens aan deze afspraak gehouden: HEER, u zou toch onze God zijn? Binnen dit verbond gaf God ook zijn wet, zijn leefregels. Hoe ga je om met elkaar, hoe ga je om met God. God maakte duidelijk dat er offers nodig waren om de verhouding met Hem te stellen. En het doel van dit alles was dat Israël een licht voor de wereld zou zijn.
Een koninkrijk van priesters zul je zijn, een heilig volk – Exodus 19:6
Maar het einde van het Oude Testament laat zien dat dit niet lukt… Mensen houden zich niet aan Gods wet. Iedereen koos liever zijn of haar eigen weg. De profeten roepen de Israëlieten op: denk aan Gods verbond… Maar niemand luistert. Hosea vertelt dat God vindt dat de mensen vreemd gaan met andere goden, en dat ze nu gescheiden zijn… Breekt dan dat verbond van God met mensen? Nee: zegt een andere profeet: 31 De dag zal komen – spreekt de HEER – dat ik met het volk van Israël en het volk van Juda een nieuw verbond sluit, 32een ander verbond dan ik met hun voorouders sloot toen ik hen bij de hand nam om hen uit Egypte weg te leiden. Zij hebben dat verbond verbroken, hoewel ze mij toebehoorden – spreekt de HEER. 33 Maar dit is het verbond dat ik in de toekomst met Israël zal sluiten – spreekt de HEER: Ik zal mijn wet in hun binnenste leggen en hem in hun hart schrijven. Dan zal ik hun God zijn en zij mijn volk. 34 Men zal elkaar niet meer hoeven te onderwijzen met de woorden: “Leer de HEER kennen,” want iedereen, van groot tot klein, kent mij dan al – spreekt de HEER. Ik zal hun zonden vergeven en nooit meer denken aan wat ze hebben misdaan.
Daar eindigt het oude testament. Het volk is dan in Babel, weggevoerd. Hoe komt Gods weg met deze wereld verder? Hoe wordt Gods BIG DEAL voor deze wereld bekend bij alle mensen? Hoe leert iedereen dat er een God is die met je door het leven wil gaan?
En daar begint het nieuwe verbond – het nieuwe testament.
Als Jezus samen eet mijn zijn leerlingen, de avond voor zijn sterven, dan kijkt Hij iedereen indringend aan. ‘Mensen, we breken dit brood, zoals dit brood gebroken wordt, zo wordt mijn lichaam gebroken, voor jullie! Voor vergeving! En daarna nam Jezus de beker met wijn en zei: zoals ik hier wijn in giet, zo wordt mijn bloed vergoten, tot een nieuw verbond.’
Jezus gebruikt daar die woorden van onder andere Jeremia. Jezus komt brengen een vernieuwd en diepere afspraak met God. God die zijn Woord, zijn wil, in je hart schrijft – das de Heilige Geest. God die belooft; niet enkel een eigen land, maar een heel nieuwe wereld. God die belooft: een toekomst, niet enkel hier, maar voor eeuwig. God die zegt: ik wil volkomen bij je wonen, niet enkel in de tempel, maar in je hart. Ja ik wil volkomen je zonden vergeven: geen bloed meer van lammetjes, maar van Het Lam, Jezus Christus.
Jezus vervult, maakt vol, het oude verbond, en maakt daar iets nieuws van. Het is hetzelfde – en toch anders. Jezus zegt: ik ben niet gekomen om de wet, dat is het oude testament, de wet af te schaffen, maar om die te vervullen… In Hebreeën 7: 22 staat: Daardoor staat Jezus garant voor een veel beter verbond. In hoofdstuk 8 gaat de schrijver hier over door. Jezus kan ons volkomen redden.
Zo heeft God door alle eeuwen heen vanaf Abraham er naar toegewerkt dat Jezus zou komen. Zo lief heeft God ons dat Hij al die moeit heeft gedaan om ons hart te winnen. Niet door kracht of geweld, maar door iemand die als een misdadiger voor ons gekruisigd werd.
En precies daar, stappen wij in.
Wat heeft dit met ons te maken? Abraham – Israël – hoor ik daar dan ook bij? Ja: zegt de Bijbel. Dat verbond met Abraham loopt via Jezus door naar jou en mij vandaag.
Paulus die zegt dit:
6 Van Abraham wordt gezegd: ‘Hij vertrouwde op God, en dat werd hem als een daad van gerechtigheid toegerekend.’ 7 U ziet dus dat zij die geloven kinderen van Abraham zijn. 8 Nu heeft de Schrift voorzien dat God ook andere volken door geloof zou aannemen en daarom aan Abraham verkondigd: ‘In jou zullen alle volken gezegend worden.’ 9En dus wordt iedereen die gelooft samen met Abraham, de gelovige, gezegend. – Galaten 3: 6-9
Abraham was al belooft dat door Hem alle volken gezegend zouden worden. Uit Hem is Jezus gekomen – Jezus, afstammeling van Jozef en Maria, van Koning David, en uiteindelijk van Abraham zelf. En Jezus, achterkleinkind van Abraham en zoon van God: zorgt er voor dat elk mens mag horen bij Gods familie. Want daar bij het kruis draait het niet langer meer om de juiste afstammeling, om de juiste voorouders, maar of je gelooft in Jezus Christus – Redder van de wereld. Niet langer, legt Paulus uit in vers 11, ben je rechtvaardig door de wet na te leven, maar door te geloven!
Als jij tot geloof komt, kom je tot geloof in Jezus, de drager van het verbond met God, het contract, je hoort bij Hem. Dat is het wonder van het kruis: wie je ook bent, en wat je hebt gedaan, wat je ook op je kerfstok hebt: je mag horen bij God. Jezus is de Weg, de Waarheid en het leven. Hij heeft al betaalt voor onze schuld. Gods big deal voor jou! Dit ene verbond noemen we dan ook in de theologie het genadeverbond.