Tag archieven: redding

Doop: big deal (?) (6)

Big deal: God biedt ons zijn contract aan. Dwars door eeuwen en tijden heen ook aan jou en mij. Om dat beter te begrijpen wordt het wel eens uitgelegd als het genadeverbond. Daarover leggen we in dit hoofdstuk wat meer uit.

Genesis 17:7 Ik sluit een verbond met jou en met je nakomelingen, met alle komende generaties, een eeuwigdurend verbond: ik zal jouw God zijn en die van je nakomelingen.

God is de God van zijn verbond. Het verbond met Abraham is een eeuwig verbond en via dat verbond, via Abraham, wil God alle mensen bereiken.

En je kan je afvragen: waarom doet God zo moeilijk? Dan is het goed de grote lijn van de Bijbel op te pikken. De Bijbel begint ermee dat God deze wereld heeft gemaakt en was goed. Maar die wereld is kapot gegaan doordat mensen hun hand uit Gods hand hebben getrokken, en hun eigen plan trokken. In het begin van de Bijbel lees je hoe mensen, keer na keer, God vaarwel zeiden. In de tijd van Abraham staat er, was er bijna niemand meer die in God geloofde. Mensen behoorden tot de familie van Adam: Adam de eerste mens die naar Gods beeld gemaakt was – maar Adam miste zijn doel. Hij verloor zijn intieme relatie met God. Iedereen die daarna geboren werd, werd geboren in die familie van Adam, en droeg die schuld van Adam. Leven in en kapotte, gebroken wereld, met een hart waarin vaak zoveel duisternis is.

In Genesis lezen we hoe God daarom een nieuwe familie begint: met Abraham. God die als het ware zegt: ik ga heel persoonlijk mij bemoeien met één familie, en als mensen zien hoe zij met mij leven, en wat dat brengt, dan zal de wereld toch wel zien dat… dat ze ook welkom zijn bij mij! En uit die familie is Jezus gekomen: die de schuld van onze zonde en gebrokenheid betaalt en deze wereld nieuw wil maken. De vraag is: bij wie wil je horen. Adam – de oude mens – deze wereld – of Abraham – Jezus – God zelf?

Zo is God begonnen met Abraham, Izaäk, Jakob, en Israël. En Hij deed dat met het oog op de wereld. In de Bijbel is dus niet de lijn: oude testament – oude verbond – Israël. En nieuwe testament – nieuwe verbond: kerk. Er is één lijn door de Bijbel: die afspraak van God met Abraham. En Jezus maakt dat verbond voller en breder en dieper.  Daarom wordt die afspraak van God ook vaak het genadeverbond genoemd.

Als je het schematisch wilt tekenen kan je er dit van maken:

In het oude testament – het oude verbond – ging het bijzonder om het volk Israël, je moest offers brengen tot vergeving dag ik dag uit. De diepste belofte is: ik zal je God zijn. En God zorgde voor een veilig thuis: Kanaän. De Heilige Geest was speciaal voor priesters, profeten en koningen: mensen die gezalfd werden. Je vierde met elkaar Pascha; feest van bevrijding uit Egypte.

Jezus verbreed dat verbond en verdiept dat. Niet langer hoeven er offers gebracht te worden; maar zijn offer is gebracht. God belooft hetzelfde: ik ben je God – maar komt veel dichterbij. God krijgt een gezicht: Jezus. De belofte van een thuis is er ook voor ons: de nieuwe hemel en de nieuwe aarde. En de Heilige Geest is nu beschikbaar voor elke gelovige: God woont in je hart en wil je van binnenuit nieuw maken! En christenen vieren het avondmaal: we zijn bevrijd uit zonde en schuld.

The big deal: je begrijpt het nu hopelijk: God biedt je alles aan! En das: genade…Daarom, in het nadenken over God en geloof – de theologie – noemen we dit het genadeverbond.

Adam en Eva, het staat niet in de Bijbel, maar zo zou je het kunnen zeggen: hadden ook een afspraak met God. Namelijk niet eten van de boom: daarom het heet dat het werkverbond. Maar dat ging stuk: mensen wilden zelf de dienst uit maken. Wie bepaalt wat goed en fout is? Ik! Werken naar God toe: dat lukt ons niet. Wij willen dat ook nog wel eens proberen. Ons best te doen voor God. Netjes naar de kerk, goed proberen te geloven, en zo hemelpunten scoren. Maar het lukte Adam en Eva niet, het lukt ons niet.

En daarom begon God met zijn genadeverbond. Het komt van zijn kant. Weet je nog, God bij Abraham door de stukken heen. Het is God die aanbied: ik wil met jullie leven, en de prijs voor jullie schuld betaal ik zelf. Jezus, die sterft in onze plaats. God is de Vader van de verloren zoon, die op ons staat te wachten. En alles is klaar om feest te vieren!

Het genadeverbond… En dat genadeverbond bestaat, zoals je ondertussen misschien al begrijpt, uit twee delen. Het oude verbond – oude testament en nieuwe verbond – nieuwe testament. Eén rode draad, één verbond, in twee vormen. En voor iedereen is dit te ontvangen. THE BIG DEAL: jij en ik: samen – zegt God.

Doop: big deal (?) (5)

Het verbond is de manier waarop God met ons omgaat. In de Bijbel komen we daar twee vormen van tegen: het oude verbond en het nieuwe verbond. Wat betekent dat?

‘Hij is bemiddelaar van een beter verbond, dat zijn wettelijke grondslag gekregen heeft in betere beloften’ – Hebr. 8: 6

Dat het verbond heel belangrijk is in de Bijbel merk je gelijk al aan de naam voor de twee delen van de Bijbel; oude testament en nieuwe testament. Dat betekent eigenlijk dit: oude verbond en nieuwe verbond. Deze termen kom je verschillende keren tegen. Jezus spreekt bijvoorbeeld over het nieuwe verbond als Hij avondmaal viert. En de schrijver van de brief aan de Hebreeën spreekt over een oud en nieuw verbond.

Laten we eerst dat oude verbond, oude testament eens bekijken.

Je zult voortaan niet meer Abram heten maar Abraham, want ik maak je de vader van vele volken. 6Ik zal je bijzonder vruchtbaar maken. Er zullen veel volken uit je voortkomen en onder je nazaten zullen koningen zijn. 7 Ik sluit een verbond met jou en met je nakomelingen, met alle komende generaties, een eeuwigdurend verbond: ik zal jouw God zijn en die van je nakomelingen. 8 Heel Kanaän, het land waar je nu als vreemdeling woont, zal ik jou en je nakomelingen voor altijd in bezit geven, en ik zal hun God zijn.’ Genesis 17: 5-8

In dat oude verbond belooft God aan Abraham dat er een volk uit hem voort zou komen. Dat betekent dat er een toekomst voor Hem is. Ook krijgt Abraham een eigen land: een plek om in vrede te wonen. En het belangrijkste: ik zal hun God zijn. God verbind zich aan Abraham. Das de kern: God en mens verbonden.

Wie mochten er bij dit verbond horen? Wie is daar dan welkom? Nou Abraham, en zijn kinderen.

Genesis 17: ‘Jij moet je houden aan dit verbond met mij, evenals je nakomelingen, generatie na generatie. 10 Dit is de verplichting die jullie op je moeten nemen: alle mannen en jongens moeten worden besneden.

Abraham en zijn nakomelingen. Al vanaf de achtste dag kregen zijn kinderen een teken dat God hen erbij rekent. God biedt hen ook zijn beloften aan. Hier: alles voor jou… Das het wonder van Gods verbond: ook de kinderen worden erbij gerekend. Dus niet alleen Abraham en ieder die gelooft… Maar Abraham én zijn gezin. Zij allen mogen zich: besnijden.

Die besnijdenis is het teken van dat contract met God. Als wij trouwen doen we elkaar vaak een ring om, een herinnering, een zichtbaar teken: wij horen bij elkaar. Zo was de besnijdenis een zichtbaar teken van de verbinding met God. Heel eerlijk – dit zijn de momenten dat je blij bent Nieuw-Testamentisch christen te zijn. De besnijdenis is het wegsnijden van de voorhuid bij de mannen. Het was een heel gewoon gebruik in die tijd, nomaden deden dat wel vaker voor de gezondheid en hygiëne. God vraagt dit aan Abraham om te doen. Een teken van het verbond, van de afspraak met God. Waarom? Ik denk om een aantal redenen. Allereerst werd Abraham elke dag, meerdere malen, eraan herinnert dat die afspraak met God er was. Heel zichtbaar. Bij de gewone dingen: bij het omkleden of het naar de WC gaan was het zichtbaar: God en ik zijn samen. Ook maakt God duidelijk: Abraham, om bij mij te mogen horen, moet er wat weg, weggesneden worden uit je leven. Je eigenwijsheid en je hebzucht, want daar had Abraham wel eens last van. De besnijdenis was een teken dat zei: hoor bij God, snij weg uit je leven wat niet goed is, en volg Hem!

Ja, die keuze hoort daar dus wel bij. Je werd besneden, God deed je het aanbod van zijn verbond, en rekende je tot de zijne. Maar: het vraagt ook volgzaamheid, geloof en vertrouwen. De besnijdenis was geen automatisme: de besnijdenis roept om werkelijk geloof.

Later is het verbond met Abraham ook wel het verbond met Israël genoemd – want uit Abraham komt het volk Israël voort. Vooral bij de Sinaï, op weg naar het beloofde land, in Exodus 19 lees je daarover. Het volk Israël heeft God telkens aan deze afspraak gehouden: HEER, u zou toch onze God zijn? Binnen dit verbond gaf God ook zijn wet, zijn leefregels. Hoe ga je om met elkaar, hoe ga je om met God. God maakte duidelijk dat er offers nodig waren om de verhouding met Hem te stellen. En het doel van dit alles was dat Israël een licht voor de wereld zou zijn.

Een koninkrijk van priesters zul je zijn, een heilig volk – Exodus 19:6

Maar het einde van het Oude Testament laat zien dat dit niet lukt… Mensen houden zich niet aan Gods wet. Iedereen koos liever zijn of haar eigen weg. De profeten roepen de Israëlieten op: denk aan Gods verbond… Maar niemand luistert. Hosea vertelt dat God vindt dat de mensen vreemd gaan met andere goden, en dat ze nu gescheiden zijn… Breekt dan dat verbond van God met mensen? Nee: zegt een andere profeet: 31 De dag zal komen – spreekt de HEER – dat ik met het volk van Israël en het volk van Juda een nieuw verbond sluit, 32een ander verbond dan ik met hun voorouders sloot toen ik hen bij de hand nam om hen uit Egypte weg te leiden. Zij hebben dat verbond verbroken, hoewel ze mij toebehoorden – spreekt de HEER. 33 Maar dit is het verbond dat ik in de toekomst met Israël zal sluiten – spreekt de HEER: Ik zal mijn wet in hun binnenste leggen en hem in hun hart schrijven. Dan zal ik hun God zijn en zij mijn volk. 34 Men zal elkaar niet meer hoeven te onderwijzen met de woorden: “Leer de HEER kennen,” want iedereen, van groot tot klein, kent mij dan al – spreekt de HEER. Ik zal hun zonden vergeven en nooit meer denken aan wat ze hebben misdaan.

Daar eindigt het oude testament. Het volk is dan in Babel, weggevoerd. Hoe komt Gods weg met deze wereld verder? Hoe wordt Gods BIG DEAL voor deze wereld bekend bij alle mensen? Hoe leert iedereen dat er een God is die met je door het leven wil gaan?

En daar begint het nieuwe verbond – het nieuwe testament.

Als Jezus samen eet mijn zijn leerlingen, de avond voor zijn sterven, dan kijkt Hij iedereen indringend aan. ‘Mensen, we breken dit brood, zoals dit brood gebroken wordt, zo wordt mijn lichaam gebroken, voor jullie! Voor vergeving! En daarna nam Jezus de beker met wijn en zei: zoals ik hier wijn in giet, zo wordt mijn bloed vergoten, tot een nieuw verbond.’

Jezus gebruikt daar die woorden van onder andere Jeremia. Jezus komt brengen een vernieuwd en diepere afspraak met God. God die zijn Woord, zijn wil, in je hart schrijft – das de Heilige Geest. God die belooft; niet enkel een eigen land, maar een heel nieuwe wereld. God die belooft: een toekomst, niet enkel hier, maar voor eeuwig. God die zegt: ik wil volkomen bij je wonen, niet enkel in de tempel, maar in je hart. Ja ik wil volkomen je zonden vergeven: geen bloed meer van lammetjes, maar van Het Lam, Jezus Christus.

Jezus vervult, maakt vol, het oude verbond, en maakt daar iets nieuws van. Het is hetzelfde – en toch anders. Jezus zegt: ik ben niet gekomen om de wet, dat is het oude testament, de wet af te schaffen, maar om die te vervullen… In Hebreeën 7: 22 staat: Daardoor staat Jezus garant voor een veel beter verbond. In hoofdstuk 8 gaat de schrijver hier over door. Jezus kan ons volkomen redden.

Zo heeft God door alle eeuwen heen vanaf Abraham er naar toegewerkt dat Jezus zou komen. Zo lief heeft God ons dat Hij al die moeit heeft gedaan om ons hart te winnen. Niet door kracht of geweld, maar door iemand die als een misdadiger voor ons gekruisigd werd.

En precies daar, stappen wij in.

Wat heeft dit met ons te maken? Abraham – Israël – hoor ik daar dan ook bij? Ja: zegt de Bijbel. Dat verbond met Abraham loopt via Jezus door naar jou en mij vandaag.

Paulus die zegt dit:

6 Van Abraham wordt gezegd: ‘Hij vertrouwde op God, en dat werd hem als een daad van gerechtigheid toegerekend.’ 7 U ziet dus dat zij die geloven kinderen van Abraham zijn. 8 Nu heeft de Schrift voorzien dat God ook andere volken door geloof zou aannemen en daarom aan Abraham verkondigd: ‘In jou zullen alle volken gezegend worden.’ 9En dus wordt iedereen die gelooft samen met Abraham, de gelovige, gezegend. – Galaten 3: 6-9

Abraham was al belooft dat door Hem alle volken gezegend zouden worden. Uit Hem is Jezus gekomen – Jezus, afstammeling van Jozef en Maria, van Koning David, en uiteindelijk van Abraham zelf. En Jezus, achterkleinkind van Abraham en zoon van God: zorgt er voor dat elk mens mag horen bij Gods familie. Want daar bij het kruis draait het niet langer meer om de juiste afstammeling, om de juiste voorouders, maar of je gelooft in Jezus Christus – Redder van de wereld. Niet langer, legt Paulus uit in vers 11, ben je rechtvaardig door de wet na te leven, maar door te geloven!

Als jij tot geloof komt, kom je tot geloof in Jezus, de drager van het verbond met God, het contract, je hoort bij Hem. Dat is het wonder van het kruis: wie je ook bent, en wat je hebt gedaan, wat je ook op je kerfstok hebt: je mag horen bij God. Jezus is de Weg, de Waarheid en het leven. Hij heeft al betaalt voor onze schuld. Gods big deal voor jou! Dit ene verbond noemen we dan ook in de theologie het genadeverbond.

Doop: big deal (?) (2)

Hoe zou dat gaan, straks bij de hemelpoort? Wat zou God van je vragen om binnen te mogen komen? Of je je keurig hebt gedragen? Netjes je huiswerk hebt gemaakt en je werk hebt gedaan? Lief en leuk en aardig en schattig bent geweest voor je ouders of collega’s? En zou God ook vragen aan je: hoe je gedoopt bent?

Nee, natuurlijk niet! De Bijbel is volstrekt helder: geloof in Jezus – en je wordt gered. Zeker weten?

‘In het evangelie openbaart zich dat God enkel en alleen wie gelooft als rechtvaardige aanneemt’ – Romeinen 1: 17.

Daar is geen woord Spaans bij…Geloven is zeggen dat wat Jezus zegt in de Bijbel waar is: dat Hij je redder is, het Licht in je duisternis, het Levende Water dat je dorst lest, je Goede Herder die je draagt als het jou niet meer lukt, Hij is het levende Brood dat je werkelijk blij en vervuld maakt. Dopen, en hoe je gedoopt bent is van ondergeschikt belang. Das toch wel belangrijk om even te zeggen. Want met alle aandacht die hier naar toe gaat, en sommige schrijvers die benadrukken hoe belangrijk het is om zus of zo gedoopt te worden, zou je zomaar kunnen denken: wat nu? Stel dat ik verkeerd kies en verkeerd gedoopt bent en ik daar bij Hem kom….  

Vaak wordt Marcus 16:16 gebruikt om aan te geven dat dopen en geloof beide noodzakelijk zijn om behouden te worden.

Wie gelooft en gedoopt is zal worden gered, maar wie niet gelooft zal worden veroordeeld – Marcus 16:16

Jezus zegt hier tegen zijn volgelingen: kom tot geloof, en laat je dopen. Dan wordt je gered. Nou, helder toch? Het staat er toch? Geloof en doop – das de weg van redding.. Jezus eigen woorden. Maar lees nou eens goed. Wie worden er veroordeeld? Niet degene die niet gedoopt zijn: enkel diegene die niet geloven! Toen Jezus hier sprak, sprak hij tegen de discipelen die de wereld in mochten gaan om mensen op te roepen te geloven in Jezus Christus. Ze zouden allemaal ongedoopte mensen tegen komen. Daar mogen ze tegen zeggen: kom tot geloof, en laat je dopen, begin een nieuw leven, God wil met je mee gaan.  Als ik nu zou staan in Amsterdam met de Bijbel in de hand, dan mag ik daar ook oproepen: geloof en laat je dopen – mensen das de weg tot je redding. De doop zelf is niet onderdeel van het ticket om naar de hemel te gaan. Als je niet oppast heb je zomaar de gedachte dat ieder mens dat wel geloofde, maar niet gedoopt is, niet welkom is in de hemel. En dat je voor je sterven nog snel gedoopt moet worden om erbij te mogen horen.

Vaak worden dan ook de woorden van Jezus aangehaald uit Johannes 3, als Jezus in gesprek is met Nicodemus. ‘wat moet ik doen om gered te worden’, vraagt hij. Jezus zegt: je moet geboren worden uit water en geest. Zie je wel, wordt dan gezegd, weer water! Nou bedoelt Jezus bij Nicodemus met water heel wat anders – water is vergeving en reiniging. Jezus zegt: laat je reinigen wil je horen bij Mij, en Nicodemus vond dat lastig want die was toch goed voor God omdat hij een professor in de theologie was. En dan spreekt Jezus over waar dat gebeurt: want zo lief had God de wereld, dat Hij zijn enige Zoon gegeven heeft, zodat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.

Gelukkig staat in de hemel Jezus niet met een afvinklijstje: welke kerk, en welke doop. Er klinken volgens mij maar twee vragen. De eerste is: heb je gedaan wat ik vroeg? Dan moeten we allemaal bekennen: nee… Leven in liefde tot God en de ander, in ieder geval schiet ik vaak tekort. Ik ben een nul. Maar dan klinkt een andere vraag: heb je Mij lief? En als je daar ‘JA’ op kan zeggen, dan komt Jezus voor je staan, als de Ene, de enige die de wet gehouden heeft, en wordt die nul van jou een 10. Daar ligt je redding. Laat niemand je iets anders aanpraten: Jezus + niks = alles! 

Het kruis

Logo’s, je kent ze vast wel. AH, Windows, Starbucks of Coca-Cola. Ze hebben allemaal een teken waaraan je ze makkelijk herkent. Er is zelfs een logospel! Wie kan de meeste logo’s herkennen? Niet alleen merken hebben logo’s maar ook geloven. Bijvoorbeeld de islam, een halve maan met ster, hindoeïsme, met een paar krabbels in een andere taal, of boeddhisme, een wat dikke man die zit. Zo ben je herkenbaar! Ook christenen hebben zo’n symbool. Vroeger was dat bijna altijd een ichtusvisje, nu is het vaak een kruis. In bijna alle kerken staat wel ergens een groot kruis, mensen lopen rond met een kruisje om de nek, in de oren of als tattoo. Wat is dat kruis nou precies, waar komt het vandaan en wat betekend dit ‘logo’ eigenlijk?

Het kruis, ja dat is waar eigenlijk de hele Bijbel omheen draait. Het is het centrale punt. Als je het vraagt aan iemand die gelooft wat het kruis is, dan zal die vast iets zeggen als: dat is waar Jezus aan gehangen heeft en zo onze zonden heeft weggedragen. Jezus heeft redding gebracht door te sterven aan het kruis. Je ziet dus direct hier: er zit een dubbele betekenis in. Er is redding, maar waarvan? Tja, van zonde. Dus het kruis is wel iets dubbels. Aan de ene kant herinnert het ons aan de zonde, en aan de andere kant aan onze redding!

Want dat kruis, dat is wat jij en ik eigenlijk verdiend hebben. Wij hadden daar moeten hangen in plaats van Jezus! Kijk maar eens in de krant of naar het journaal. Allemaal ellende. En hoe ga jij eigenlijk om met je klasgenoten, je ouders of andere mensen? Ben je altijd zo lief en leuk en gezellig? En God? Geef je Hem de tijd die Hij verdient? Bidden en bijbellezen. Ik niet in elk geval. Wij verdienen straf te krijgen, en de straf voor het niet luisteren naar God is de dood. Het kruis herinnert ons daar dus eerst aan. Jij en ik, wij verdienen te sterven. Een pijnlijke dood, weg van God. Hel. Het kruis, dat is onze veroordeling.

Maar, daar blijft het gelukkig niet bij! Want we lezen in de Bijbel dat Iemand voor ons aan dat kruis is gestorven. Jezus, de Redder van de wereld. Iemand die geen zonde had, die niks fout heeft gedaan. Die heeft de zonde van de wereld op zich genomen, en Zijn bloed heeft gevloeid voor jou en voor mij. Het bloed van een onschuldige. Net als bij de offers in het oude testament. Ieder jaar werd er een lam geslacht. Zo’n lief en schattig lammetje die niks fout had gedaan. De priester slachtte het, nam het bloed en sprenkelde dat uit over heel het volk. Daarmee was het weer goed tussen Israël en God. De zonde die de mensen hadden gedaan, die waren weggehaald door dat bloed. Dus eerst bloed, en dan pas vergeving. Een onschuldig lam moest sterven, zodat het volk Israël mocht blijven leven. Zo is Jezus ook als een lam gestorven voor jou en voor mij. Niet alleen voor Israël, maar voor iedereen die in Hem gelooft. Nooit hoeft er meer bloed te vloeien. Het is net alsof je gewassen wordt nadat je een flink potje gevoetbald hebt. Je zit helemaal onder zand en modder, maar na het douchen ben je weer schoon. Zo reinigt Jezus ook jou en mijn hart van alle vuil, van de zonde. Dus het kruis is niet alleen veroordeling, maar ook verlossing. Verlossing van de dood.

Het kruis herinnert ons dus aan twee dingen: onze zonde en onze redding! Paulus zegt over het kruis ook nog: “Maar ik – ik wil me op niets anders laten voorstaan dan het kruis van Jezus Christus, onze Heer, waardoor de wereld voor mij is gekruisigd en ik voor de wereld.” (Galaten 6:14) Hij laat zich erop voorstaan, hij is trots op dat kruis. Sommige mensen vragen zich wel eens af: kan je wel een kruisje om je nek dragen, of een tattoo of iets anders. Persoonlijk denk ik: ja. Als je weet dat het voor deze twee dingen staat: zonde en redding. Dan mag je je erop laten voorstaan. Dat betekent: kijk, Jezus is voor mij gestorven. Ik ben trots op het kruis, trots en blij met wat Jezus heeft gedaan. Het kruis, dat heeft 2000 jaar geleden mij gered. Dus een van de logo’s van een iemand die gelooft in Jezus mag zijn: het kruis. Niks om je voor te schamen, maar juist iets om je op voor te laten staan!

Kijk nou nog eens goed naar dat kruis! Inderdaad: het is leeg! Jezus is niet aan het kruis gebleven, Hij is namelijk ook weer opgestaan! Hij leeft! Jezus is naar de hemel gegaan en bidt voor ons Bij God. Hij bidt God om voor ons te zorgen en Hij bidt voor onze vergeving. Dus ook daar herinnert het kruis ons aan: dat we een levende Redder hebben die voor ons zorgt. Hij is niet aan het kruis gebleven, maar is weer opgestaan! Een leeg kruis, een levende Heer die voor ons pleit bij God de Vader.

Het kruis herinnert jou en mij aan drie dingen: onze zonde, onze redding en aan de Levende Jezus, onze Redder die voor ons pleit. Een schitterend symbool! Nouja, symbool? Het AH logo heeft iemand bedacht, maar bestaat niet echt. Maar het kruis, dat heeft er 2000 jaar geleden echt gestaan. Daar heeft echt Iemand aan gehangen. Niet bedacht, maar echt gebeurt. Voor jou en voor mij, zodat wij bij God mogen komen. Denk daar aan als je een kruis ziet: Jezus, Redder van de wereld, ook voor jou!

PS: mocht je persoonlijk willen reageren, dat kan! Doe dat via het contactformulier op de homepage.